Uitgelezen

Het Boekenboek: een literaire kettingreactie

Geen gemakkelijker mens om cadeautjes voor te verzinnen dan een lezende mens. Koop een boek en je kan het echt niet verknallen. Tenzij je komt aanzetten met Vijftig Tinten Saai of andere truut. Er zijn grenzen. Als onze naasten ons overigens willen belonen voor al die uitgespaarde tijd bij het samenstellen van kerstlijstjes: dat mag. Doe maar een boek of zo.

Zo werd ik de glunderende eigenaar -ja, eigenaar, zoals in ‘wordt niet uitgeleend– van het geniale Boekenboek. Ik kreeg deze bloemlezing van de Nederlandse en Vlaamse jeugdliteratuur bijna een jaar geleden wegens een volle twee dagen  braaf zijn. Ik ben nog altijd niet uitgebladerd. Of om meteen Bart Moeyaert te citeren, in zijn inleiding: ‘Door één woord, één titel, één auteur kom je door dit boek vanzelf op ongeveer duizend en één andere plekken terecht.’

Mirjam Noorduijn en Veerle Vanden Bosch stelden het Boekenboek samen naar aanleiding van het gastlandschap van Nederland en Vlaanderen op de Frankfurter Buchmesse 2016, die door onze redactie vakkundig werd gepartycrasht. Het startpunt zijn vijftig Nederlandse en Vlaamse kinderboekentitels en vijfentwintig illustratoren, maar door de associatieve opzet van het boek kom je massa’s andere boeken tegen, uit binnen- en buitenland, voor kinderen of volwassenen. Je vindt er bijvoorbeeld welke boeken er op het nachtkastje van de schrijver liggen, wat al een bron is geweest van een heleboel nieuwe vondsten. Of er is de ‘wat lezen we na’-sectie, die Goodreadsgewijs gelijkaardige boekentips geeft. Of er zijn de vijfentwintig grabbeltonnen, die tien boeken rond een bepaald thema tippen.

Wij worden bij het bladeren dan ook vaak betrapt op het uitroepen zoals: ‘Die ken ik!’ en ‘Allez jong!’ en ‘Uit de weg, moet dringend naar boekenwinkel!’

Blader even met ons mee.

Geen betere auteur om mee te beginnen dan met Annie MG Schmidt. Op haar nachtkastje lag naast Alice’s Adventures in Wonderland ook het intrigerende Snikken en grimlachjes van Piet Paaltjes, poëzie uit 1867. Te checken. Bij haar ‘wat te lezen na’ sectie vinden we Karlsson van het dak, van Astrid Lindgren. Benieuwd of Karlsson even hoog scoort op de belhamelschaal als mijn favorieten Emil en Pippi.

Op het nachtkastje van Wim Hofman vinden we Victoriaanse nonsens van Edward Lear: The Jumblies and Other Nonsense Verses. Voor op mijn ‘te bemachtigen’-lijst. Merci Wim.

Els Beerten tipt Kurt Vonnegut’s Slaughterhouse Five, een boek dat ook in de slaapkamer van -jaja- Thea Beckman werd aangetroffen. Noem Slaughterhouse Five geen sciencefiction alsjeblief, maar wel een verdomd goed boek. De schrijvers tippen bij Els ook nog De Hardloper, van Cynthia Voigt, en vissen daarmee een parel uit het moeras van mijn geheugen.

We bladeren verder en komen via ‘Tien beroemde boekverfilmingen’ -ja, het boek is áltijd beter– bij de ‘Vijf kijk -en zoekboeken’. We vinden er Leo Timmers en Charlotte Dematons, wiens prentenboeken we nooit snel genoeg kunnen bemachtigen. Timmers Boem is een kleurrijk meesterwerk, met zijn De kar van de koning moet ik na vijfhonderd keer lezen nog steeds lachen, en wij weigeren een adres te betrekken waar Dematons Sinterklaas en Nederland niet in de woonkamer liggen. Als dan Midden in de nacht van Rotraut Susanne Berner naast deze twee kleppers wordt vermeld, is er maar één gepaste reflex: hebben.

Tips sprokkelen bij Tonke Dragt, wiens De brief aan de koning onze leeshonger ooit aanzwengelde als was het een oldsmobile: De Aleph van Borges en het iconische Where the Wild Things Are van Maurice Sendak. Let the wild rumpus begin! Bij Dragt wordt ook -terecht- The Graveyard Book van Neil Gaiman getipt, die samen met Terry Pratchett tekende voor het ultra-grappige Good Omens. Prattchet zelf vinden we nog eens terug in de ‘Tien boeken met toverkracht’, met zijn Tiffany Aching Complete Collection. Pratchett schreef vaak fantasy en soms jeudboeken, maar hij schreef altijd grappig.

We bladeren door. Jaap Robben is present -dat we fan zijn van Suzie Ruzie wist je al- en tipt zowaar The Brotherhood of Grape van John Fante, wiens Wait Until Spring Bandini hoge ogen gooit in onze boekenkast. De redactie gooit er nog Muleum van Erlend Loe bij, van wie we ook Naief, super! zeer kunnen aanraden.

Ik moest bij het lezen van Gips van Anna Woltz -dank voor de tip, Hilde Van Cauteren– om de haverklap aan mijn naasten uitleggen wat er zo grappig was, en was blij te lezen dat ze The Secret Garden ook geweldig vindt. Laat ons onze tocht door jeugdboekenland eindigen waar ze begon: bij Bart Moeyaert, die het onvolprezen Le Grand Cahier van Agota Kristof op zijn nachtkastje heeft liggen.

Hehe, en dat was maar één rondje in Het Boekenboek. Zo zijn er duizenden. Doe jezelf en je naasten een plezier, en zet hem nu al op je kerstlijstje. En bel dan de kerstman om te vragen of hij geen extra ronde doet middenin de zomer.