Interview

Interview: Hilde Van Cauteren

Hilde Van Cauteren (1967) is dichter, jeugdauteur, schrijfdocent en leerkracht PO. Ze staat graag in de klas, op het podium en in het leven. Ze was dorpsdichter van Doel in 2011-2012, publiceerde sinds 2011 drie jeugdromans en schreef mee aan een bundel met stiltegedichten. We interviewden Hilde na de Wisper-cursus ‘Roald Dahl’, waarin ze ons vijf weken lang de fijne kneepjes van de schrijversstiel bijbracht.

(foto: Joost Bataille)
(foto: Joost Bataille)

Wat is je meest recente boekenproject?
De Nachtspelers
, dat in 2016 verscheen. Ik vind het mijn beste boek tot nog toe. Ik mix een verhaal dat echt zou kunnen gebeurd zijn met een flink stuk magie. Het hoofdpersonage ligt ook erg dicht bij mezelf, volgens kwatongen vooral qua moeilijk karakter. (lacht)

cover

Is het dan een stout boek?
Het hoofdpersonage is dat zeker. Het verhaal zelf gaat eerder over de kracht van de verbeelding. Je kan het lezen als een waarschuwing tegen het oprukkende populisme en over de nood om zelf te blijven nadenken. Niet lang nadat De Nachtspelers verscheen, waarin een potentiële dictator wordt opgevoerd en de massa wordt gemanipuleerd, werd Trump tot president verkozen. Toen De Pigmentroute, mijn tweede boek, uitkwam brak net de vluchtelingencrisis los. Misschien moet ik de voorspellende aard van mijn boeken nu maar eens testen door wat vrolijks te schrijven.

Wat wordt je volgende project?
Dat kan echt nog alle kanten op. Vorig jaar schreven we met Pazzi di Parole een bundel gedichten rond kanker, die in 2017 gaat verschijnen. Ik ben graag bezig met poëzie, dus misschien maak ik nu een eerste dichtbundel die helemaal van mezelf is. Dus ofwel een dichtbundel, ofwel een jeugdboek, ofwel misschien iets voor volwassenen. In januari hak ik de knoop door.

Wat is je favoriete kinderboek en waarom?
Pluk van de Petteflet
! Ik heb het leren kennen als moeder. Ik heb het drie keer volledig voorgelezen voor mijn drie kinderen. In het verhaal is geen sprake van een vader of een moeder, Pluk is een zelfstandig kind dat doodleuk in een rood kraanwagentje het verhaal komt ingereden. En dat voelt volslagen normaal aan. Er zitten ook maatschappijkritische onderwerpen in, zoals de actie tegen de aanleg van het tegelpleintje. Heerlijke personages ook, zoals Mevrouw Helderder en de familie Stamper. De illustraties van Fiep Westendorp zijn prachtig.

Wat is je favoriete Dahl boek en waarom?
Ik heb een top drie: De Griezels, Matilda en de GVR. Al heeft Matilda een beentje voor, door de personages die zichzelf kunnen blijven zijn in een omgeving die absoluut niet evident is. Vooral Matilda zelf, die zichzelf kan zijn dankzij boeken. De GVR heb ik pas gelezen als voorbereiding voor de cursus. Ik vond dat het wat trager op gang kwam omdat er nogal veel dialoog zit in het begin, maar misschien komt dat omdat ik het gelezen heb met de ogen van een volwassen schrijfdocente.

Je geeft cursussen creatief schrijven, wat trekt je hierin aan?
Het is geweldig plezierig! (lacht) Er is weinig dat ik liever doe. Ik beleef enorm veel plezier met de voorbereiding van de lessen en het inspireert me zelfs tot nieuwe dingen. Zo bedacht ik de ‘Carotkaarten’, een variant van de Tarotkaarten waarmee je de toekomst kan voorspellen aan de hand van de stand van wortels.

Heb je naast schrijven nog creatieve/artistieke nevenprojecten?
Hotel Vertel, een project dat mijn twee grootste passie met elkaar verbindt: schrijven en lesgeven. Het is een combinatie van een stukje toneel, een stukje monoloog en een hele grote hap schrijfworkshop. Samen wordt dat het verhaal van het Hotel Vertel. Zowel kinderen als volwassenen zijn welkom in het hotel. In maart doe ik een sessie op de schrijfdag van Creatief Schrijven en in juni houd ik een dagje schrijfhotel voor Wisper in Gent.
Ik heb ook veel geleerd bij het dichterscollectief Woordwasdraad, met wie ik vorig jaar de voorstelling Ruis! maakte. Ook hier ging het om een mix tussen poëzie en toneel.
O ja, voor elk van mijn boeken maakte ik ook de boekvoorstelling en een boektrailer.

(foto: Hilde Van Cauteren)
(foto: Hilde Van Cauteren)

Je bent als voorbereiding op de cursus zelf terug in Dahls boeken gedoken. Is er je zelf iets bijgebleven nu je er met het oog van de schrijfjuf naar kijkt?
Het viel me op dat er eigenlijk maar twee dingen nodig zijn voor een goed kinderboek: een ongebreidelde fantasie en een goed verhaal. Dahl gebruikt geen kunstgrepen, geen flashbacks, geen bespiegelingen. Hij vertelt rechttoe-rechtaan een goed verhaal. Ik heb door Dahl te lezen ook ontdekt dat Etta -het hoofdpersonage in De Nachtspelers– een goed personage is, omdat ik er, net zoals Dahl, veel van mezelf in kwijt kon. Ik vind het ook nutteloos om Dahl proberen te kopiëren. Maar dat wil niet zeggen dat je niet van zijn stielkennis kan leren.

Welke gobblefunk mag van jou morgen in de Van Dale worden opgenomen?
Flitspoppen
vind ik een veel beter woord dan het alternatief. Scheet en wind leggen te veel de nadruk op het vieze, terwijl flitspoppen plezierig is. Ik liet de cursisten ook zelfbedachte gobblefunk verklaren, met hilarisch resultaat. Zo is radpaddelen een mislukte radslag uitvoeren, of een mislukte sprong over de bok. Ik ben erg goed in radpaddelen. (lacht) Knatsbrammen is dan weer de verwerpelijke gewoonte om je kat in een nylonkous te stoppen en het geheel over het tapijt op te wrijven, zodat ze de hele dag bliksems statische elektriciteit naar metalen voorwerpen schiet. (Onze boekenknecht is verantwoordelijk voor het ontstaan van knatsbrammen, nvdr)

 Is er nog een schrijver waarrond je een schrijfspecial zou willen maken?
Misschien rond Gabriel Garcia Marquez, in een cursus schrijven voor volwassenen. Het is een van mijn favoriete auteurs. Net zoals bij John Irving hou ik van zijn vertelkracht en zijn heel verhalende romans.

Is er nog iets dat je de lezers wil vertellen?
Hoe belangrijk dat verhalen zijn in ons leven en voor de wereld.