Column

Column op woensdag: Mijn verontschuldigingen

Tijdens de zomervakantie presenteert This Is How We Read elke woensdag één van de genomineerden van onze columnwedstrijd. Eind augustus bekronen we de eindwinnaar met vijf boeken en een spectaculaire taart.

Vandaag biedt Jürgen Nakielski zijn verontschuldigingen aan.

7439574896_bb64503473_o

Mijn verontschuldigingen

Geachte,

Bij dezen bied ik u mijn oprechte verontschuldigingen aan. Ik heb namelijk – op Twitter dan nog wel – plechtig beloofd een column te schrijven en kom nu tot de spijtige vaststelling dat ik er niet in zal slagen die belofte na te komen. De reden daartoe: ik ben met vakantie in het buitenland. All inclusive.

Zonder al te veel prijs te geven kan ik stellen dat ik er simpelweg de tijd niet voor heb, of dat het mij ontbreekt aan de juiste praktische omkadering. Zeg nu zelf: een beetje in een schriftje zitten kladden met je handen vol sunblock lijkt nu toch niet de meest aangewezen manier om een meesterwerkje neer te pennen, toch? Bovendien valt er altijd wel iets leuks of afleidends te beleven. Gisteren nog, bijvoorbeeld; dook daar plotsklaps – uit het niets – een jonge kerel op, het geweer aan de schouder, en overal doken toeristen tussen en onder de ligstoelen en in het water (dat toch enkele centimeters kouder was dan verwacht). Of ik misschien geïnteresseerd was in het karabijnschieten? “Start over een kwartiertje”.
Nee bedankt. Animatoren zouden zich moeten scheren, dezer dagen. En met geweren spelen is sowieso niet echt mijn dada. Mijn enige “call of duty” op vakantie is mijn afspraak met de toiletten, toch drie à vier maal daags in een warm klimaat.

Nee, geef mij maar darts met plastic pijltjes. Of bingo.

Ik ben een oude vent in een jong lichaam, avonturier aan het buffet.

Geen gemekker en gemok aan de kindertoog tot de nuggets zijn bijgevuld. Geen gedrum aan de frietjes die toch nooit zo goudgeel lekker zijn als in de frituur in eigen land. Nee, ik ga resoluut voor de dingen die ik niet kan uitspreken. En pizza. En iets met banaan als dessert. Er is genoeg voor iedereen. Zeven dagen lang (of tien, of veertien).

Er is trouwens nog iets anders. Ik wil namelijk niet mak of egoïstisch overkomen met mijn beslissing om geen column te schrijven. Het lijkt me dan ook maar fair om ook de factor “nut” er even bij te nemen. Om maar te zeggen: in hoeverre is een stuk proza te verdedigen wanneer het is ontstaan in een omgeving waar enkel luiheid en eetlust worden aangemoedigd?
Geef toe, zou er iemand zitten te wachten op wat zonnige dooddoeners à la “de hemel is blauw, blauw, blauw en het water ook.”?

Zou blogminnend Klein-Vlaanderen echt staan te popelen voor inspiratieloze slogantaal, genre “iedereen is van de wereld, maar in zo’n all-in-hotel is de wereld toch vooral van iedereen.”?

Ik kan mis zijn, maar misschien is het gewoon beter om mijn bijdrage uit te stellen naar een gunstiger moment voor alle betrokkenen. Toch, en nogmaals mijn welgemeende excuses voor de gebroken belofte. Schrijvers zijn nu eenmaal mensen van het woord, alleen niet noodzakelijk het hunne. Sorry.

Hopend op een tweede kans (in de winter ofzo),

Hoogachtend en met vriendelijke groet,

Jürgen

Jürgen Nakielski is een Willebroekse Bomenaar (of een Boomse Willebroekenaar). Naast het schrijven van gedichten en verhalen, heeft hij ook een job bij de bron (of de monding, zo u wil): de bibliotheek. Eind 2013 verscheen zijn bundel “Wachten op neerslag”. Momenteel werkt hij aan een eerste roman.

PS: Ook genomineerd: BiowinkelDuik, KampioenNasi goreng met chloor, Fietscalvarie, Nusa nog wat, #zomer

PPS: Nakielski op de rooster