Column

Dierenvriend

Dit is een gastcolumn door Lut Vanderaspoilden. Lut is verzot op grappige, spannende, lange of korte verhalen en leest verwoed sinds ze haar eerste woordjes leerde ontcijferen. Schrijven is voor haar even noodzakelijk als ademen. Inspiratie krijgt ze tijdens het luisteren naar muziek of genietend van haar tuin in de buurt van Leuven.

JardinPlantes2

“Mama, er zitten wespen in de tuin!”
Mijn dochter stormt de keuken binnen.
“Laat ze maar, lieverd, elk diertje heeft recht op een eigen plekje in de natuur,” sus ik haar paniek.

Ik voel me de perfecte pedagoge. Respect voor elk levend wezen! Dit adagio heb ik toch maar mooi weer even duidelijk gemaakt aan dochterlief.

In ons huis maken de 2 poezen deel uit van het gezin en tijdens de gure wintermaanden worden de vogeltjes trouw elke dag gevoederd. Ja, we zijn échte dierenvrienden!
“Maar mama, het zijn er veel hoor. Echt superveel! Ze vliegen voortdurend in en uit een holletje in de grond. En het zijn WESPEN, mama!”

Plots dringt de werkelijkheid tot me door: een wespenNEST!

Ik voel de agressie in me opborrelen. Beelden van vorige zomer verschijnen op mijn netvlies. Het wespennest op zolder. De dappere brandweerman met het dodelijke poeder. De zieltogende wespenlijven dagen na elkaar op de vensterbank van onze slaapkamer.

De ochtend van mijn verjaardag: de venijnige pijn van een wespensteek. Het ‘feestvarken’ met de gezwollen olifantenpoot op een kussen…

Nee, wat die rotbeesten me toen hebben aangedaan is echt niet voor herhaling vatbaar.

Ik verklaar hen hier en nu de oorlog! Vernietigen zal ik ze! En alle wapens zijn geoorloofd in mijn verbeten strijd!

Grijp ik naar de hogedrukspuit of ga ik voor benzine en oude vodden of liever rookbommetjes of … ? Gelukkig denk ik net op tijd aan die dappere brandweerman. Laat ik maar rustig en verstandig wezen. Ik kan beter de brandweer ter hulp roepen.

In de telefooncentrale is het druk.
“Ach mevrouw, dit jaar hebben we een heuse wespenplaag. We worden bedolven onder de aanvragen! Er zijn nog 57 wachtenden voor u. Maar, het is een nest in de tuin, zei u? Dan zal ik u haarfijn uitleggen hoe u dat wespennest zelf te lijf kan gaan. In de tuin is dit toch wel minder gevaarlijk dan in uw huis…”

Bij valavond sluip ik als een paracommando door onze tuin.

Lange broek, rubberen laarzen, goed aansluitende fleecepull, skimuts van de zoon, veiligheidsbril van de echtgenoot, voor mijn mond de breedste sjaal uit mijn verzameling … Stijlvol zie ik er niet uit, maar ik ben overtuigd dat mijn geïmproviseerde battle-dress afdoende zal blijken bij een eventuele guerrilla-aanval van de wespen. Ik nader het kamp van de vijand met een bus dodelijk poeder in de hand. Geen beweging te merken. Ik saboteer de ingang van hun kampplaats met het poeder…

De volgende dag waag ik me voorzichtig in de tuin. Missie geslaagd! De strijd is geleverd, hun kampplaats blijft dodelijk leeg, geen vijandelijke wesp meer te bespeuren …
Ik sus mijn geweten. Wespen zijn heel erg gevaarlijk. Ze zijn agressief en steken je zomaar en zelfs meerdere keren na elkaar. Een wespensteek op de verkeerde plaats kan dodelijk zijn!

Mijn moederlijke plicht is het om mijn gezin te beschermen.

Ik kon dus eigenlijk niet anders dan het hele nest uitroeien. Een beetje aarzelend noem ik mezelf voortaan alsnog een dierenvriend…

Met deze column nam Lut Vanderaspoilden deel aan onze zomerse columnwedstrijd 2015 – waarvan de winnaar intussen, na de nodige bekentenissen van twee juryleden, werd verwittigd.