Column

Column op woensdag: Kwijt

Tijdens de zomervakantie presenteert This Is How We Read elke woensdag één van de genomineerden van onze columnwedstrijd 2017. Op donderdagavond 21 september bekronen we de eindwinnaar tijdens een prijsuitreiking in Barboek.

Deze week lees je Kim die dringend moet leren om gewoon iets kwijt te zijn.

Als een worm wriemel ik me een weg tot onder het bed. Een grijze kluwen stof stuift lui op en dwarrelt langzaam weer neer op het niemandsland onder de matras. Op mijn buik lig ik gevangen tussen vloer en lattenbodem.

Met een techniek waar een paracommando eens goed van op zijn billen zou slaan, krabbel ik weer recht en vink de vakjes in mijn hoofd af.

Drie slaapkamers, een badkamer, berging en zolder keerde ik al minutieus om.

Niets!

Een groene trui en bruine lederen schoudertas zijn spoorloos.

Niet dat ik ze vandaag nodig heb.  De zon warmt de lucht al dagen op tot 25 graden en de postbode dropte gisteren nog een pakketje ‘nieuwe handtas’ in de brievenbus.

Maar op de checklist van al mijn spullen staan trui én schoudertas aangevinkt als spoorloos.

Laat dat net een categorie zijn die mijn brein niet trekt. Niet het verloren zijn op zich, maar het gevoel iets kwijt te zijn. Dat iets verkeerd gelegd is en zonder mijn toezicht aan het rondzwerven is hier in huis.

Ik werk het huis methodisch af met nog tien minuten op de teller van de ochtendshift. Trek kasten open, keer lades om en inspecteer de stofwolken onder de bedden. Een hoekje in mijn hoofd verdenkt de verloren voorwerpen ervan een eigen leven te leiden.

Wedden dat ze zich in een klein hoekje drukken als ik de kamer binnenkom?  Ze frommelen zichzelf achter deuren. Sluipen achter mijn hielen zacht naar de kamer die ik net uitloop. Geruisloos glijden ze in de lade die ik juist controleerde. Ze grinniken zachtjes als ik voorbij stuif, koortsachtig nadenkend waar ik nog zou kunnen zoeken. Hun giechels gesmoord in enkele stapeltjes sokken.

Ongetwijfeld slaan ze de handen in elkaar bij dit level van verstoppertje spelen. Al zal dat dan toch een high five met mouw en draagriem zijn.

Ik moet vertrekken. De klok tikt door en de trein heeft nog nooit op mij gewacht. Vandaag zal niet anders zijn.

“Oké, ik geef het op!”, roep ik.

Luidruchtig rammel ik in de sleutellade en kijk om me heen. Verwacht ik dit echt?

De voordeur gooit me buiten met een knal. Met mijn voeten op de fietspedalen kijk ik naar het slaapkamerraam.

‘Nu komen ze uit hun schuilplaats tevoorschijn’, mompelt een klein stemmetje in mijn achterhoofd.

‘Nu, op dit moment, sluipen ze tevoorschijn en ploffen languit op het bed. Groene gerafelde mouwen wapperen lui over het voeteneinde. De schoudertas ritst alle vakjes open en spuwt een mondvol kruimels uit.’

Bijna onmerkbaar glijdt mijn hand naar de klink van de voordeur, maar mijn benen tonen nog een greintje gezond verstand door de trappers te laten malen.

Ik moet het echt eens leren.

Gewoon iets kwijt zijn.

Kim is vergroeid met letters. Als ze niet schrijft, dan leest ze en haar schoudertas (als ie niet kwijt is) weegt altijd één notitieboek zwaarder dan nodig. 
Ze vangt klein geluk (en af en toe een ergernis) in woorden op kruimels.blogspot.com 

PS: Lees ook de genomineerden van juli: Podiumfluweel, Oermannen, Ode aan de vrouw en Kamillethee.