Column

Column op woensdag: De hobbystrijd

Tijdens de zomervakantie presenteert This Is How We Read elke woensdag één van de genomineerden van onze columnwedstrijd 2021. Vandaag bekent Sophie Beyers sportief dat haar moederen zich afspeelt op de onderste sport van de Pedagogische Ladder.

Kom niet meer af met een kind dat goede punten heeft. Punten zijn zo passé. Gênant ook. Een school die met punten werkt, past niet als je de Ontwikkeling van Het Kind centraal stelt. Hobby’s, dáár scoor je mee.

Zoals alle heiligheden, bestaat ook de ideale hobbykorf uit drie. Een sociale, een sportieve en een intellectueel stimulerende. Nog beter is vier. Of vijf. Zes of meer is voorbehouden voor de Linkse Burgerij.

Intellectuele ouders brengen hun kinders naar de muziekschool, lessen voordracht en sportschool. Wereldgeoriënteerde ouders kiezen voor de tekenles, jeugdbeweging en circusschool. Niets willen hun kinders missen. Ze doen het zo graag.

Een goede ouder offert zich mobiliteitsgewijs dan ook massaal op voor dit hobbyistisch spectrum. Zodra je vroeger thuiskomt van het werk, neem je de fiets – met een geldige reden is de auto per uitzondering toegelaten – om kind 1 naar hobby a te brengen. Nadien breng je kind 2 naar hobby b om dan, nadat tussen ouders onderling wordt bekeken wie de grootste hobbymobiliteit heeft, terug naar hobby a te rijden zodat kind 1 zeker op tijd is bij hobby c.

Intussen zorg je voor een pedagogische maaltijd met verloren biogroenten.  

Helaas krijg ik geen kans om me op te offeren. Mijn gebroed zit niet te wachten op hobby’s. Toch niet op dat soort dat hen ontwikkelt. Observeren is meer hun ding. Liefst vanuit een comfortabele zetel.

Zoonlief heeft naar eigen zeggen al veel meer levels bereikt dan zijn bro’s die al veel langer ‘fighten. Hij wordt zelden ‘geknockt omdat hij op tijd weet te ‘leaven.

Dochterlief ziet dan weer een carrière als Youtuber zitten. We hebben geen idee wat dit beroep precies inhoudt, dus we hebben het haar verboden op korte termijn. Gelukkig is ze tevreden met ‘later als ze groot is’. In tussentijd doet ze massaal aan research.

Mijn koters zijn content met een scherm. Wat je uiteraard aan niemand kan vertellen. Schermen zijn voor de marginale oudergroep. Hoe minder uren – wat zeg ik, minuten – je kind per dag – wat zeg ik, per week – een scherm gebruikt, hoe hoger je op de Pedagogische Ladder kruipt. Een half uur per dag is een aanvaardbaar maximum, al is het nog beter om het te beperken tot woensdag of het weekend.

De absolute, maar moeilijk te bereiken top van schermcorrecte ouders is het soort dat aangeeft dat hun kinders geen scherminteresse hebben. De zwakkeren onder ons komen nog weg met schema’s waarbij kleurtjes de toegelaten schermtijd aangeven.

Zelfs dat hebben wij niet. Het scherm wordt hier dagelijks geconsulteerd. Meer dan een half uur. Door beide kinders. Mijn hobbymobiliteit beperkt zich tot het traject van de keuken tot de living. En ik heb een open keuken. We strijden – met een intensiteit die omgekeerd evenredig is aan de beleefde rottigheid op de betrokken werkdag – om die schermtijd te minimaliseren. Als we de drie uur niet overschrijden, hebben we de strijd gewonnen. Voelen we ons geslaagde ouders. Maar dat zeggen we tegen niemand.

Gelukkig zijn hun punten ok.

Sophie kijkt naar de wereld. Naar mensen en mensendingen. Ze stelt vast en pent neer. Een boek of blog zou het plaatje afmaken, maar Sophie houdt niet van plaatjes. Wel van hoeken die eraf zijn. Ze schrijft dus gewoon. Over de wereld. Die ze observeert. Lees gerust wat schrijfsels op https://zonderfaut.jouwweb.be/.

PS: Kinderen die hun hobby ‘zó graag doen!’. Daar schreven we zelf ook al eens een column over.

PS: De schizofrenie van het ouderschap: overdag met je kleuterjufvinger zwaaien, maar ’s avonds voorlezen uit rebelse boekjes…