Echt (n)iets voor,  Uitgelezen

Interview: Gaten Slapen

Dat er toekomst zit in columnwedstrijd genomineerden, dat lees je hier. Schrijver Jurgen Nakielski eindige tot twee keer toe in onze top 8, en publiceerde net kersvers leesvoer onder de vorm van Gaten Slapen bij Matador Uitgeverij. Een prachtige roman rond een jong mensenleven dat de nodige klappen incasseert, maar overeind blijft. Wij trokken de schrijver aan z’n mouw met enkele prangende vragen.

Je spaart je personage niet in je boek. Hij verliest veel en vaak, maar blijft als mens overeind. Vanwaar komt die kracht?

Ik denk dat het overleven is, tot op een bepaald punt natuurlijk. Er zijn bij iedereen wel momenten waarvan je vooraf denkt: als mij dat zou overkomen, ik zou het niet aankunnen. Maar als puntje bij paaltje komt, gaan veel mensen gewoon door. Niet gelukkig, niet zonder moeite, maar ze doen het. De natuurlijke drang om verder te gaan tot je bij betere omstandigheden komt. Ik heb er bewondering voor. En uiteraard is het soms te veel, komen er niet altijd betere omstandigheden of kunnen mensen toch niet verder. Ook daar heb ik tonnen begrip en respect voor. De hoofdpersoon in “Gaten Slapen” zweeft daar ergens tussen.

Je put vanuit je ervaring als gegradueerde in de orthopedagogie voor de setting in een internaat?

Ik heb zelf nooit op internaat gezeten, maar het gegeven sprak me altijd al aan op dramatisch vlak, in films en boeken bijvoorbeeld. Toen ik als opvoeder werkte in een residentiële instelling voor kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele stoornissen zag en hoorde ik een hoop inspirerende dingen. Ik vond het uitermate boeiend om sterke onderlinge banden tussen totaal verschillende kinderen te zien ontstaan omwille van het feit dat ze dáár leefden en niet thuis. Ook het gegeven van “loslaten” leeft sterk in zo’n leefgroep: kinderen van verschillende achtergronden en leeftijden en met verschillende problematieken leven daar dag in, dag uit samen, worden vrienden (of krijgen een hekel aan elkaar), en dan wordt er eentje in een pleeggezin geplaatst, wordt er een ander meerderjarig (en moet dus weg) en komen er weer nieuwe gezichten bij. Da’s een dynamiek die soms bevreemdend werkt. Zulke dingen – en dan vooral de gevoelens die ermee gepaard gaan – wilde ik op papier krijgen.

Je kiest voor een mix van proza en poëzie, waarom?

Da’s simpel: ik hou van beide. Het groeit op een vrij organische manier. Sommige tekstfragmenten zou je evengoed als gedicht kunnen neerschrijven als je de zinnen anders afkapt, of omgekeerd. Zo staan er stukken tekst in die ik eerder als gedicht had geschreven maar uiteindelijk in doorlopende tekst heb gegoten. Ik speel graag met klanken in woorden en doe dat ook steeds vaker onbewust, zowel in gedichten als in proza. Ik vind het leuk dat ik op die manier de scheidingslijn wat wegwerk. Toch al zeker voor mezelf. Poëzie heeft geen vorm. Het zit overal.  

Je schrijft je boek in de ge-vorm, als ode aan de werkelijke regels van de Nederlandse standaardtaal. Waarom die keuze?

Het is niet noodzakelijk als ode bedoeld. Ik voel me gewoon goed bij die vorm. Mijn dagelijks leven wordt al van bij mijn geboorte met “ge” en “gij” geleefd, net zoals dat voor zowat iedereen in Vlaanderen het geval is veronderstel ik. Zeker voor een verhaal als dit vond ik het belangrijk om dicht bij de lezer te staan, hem zelfs rechtstreeks aan te spreken, … dus was spreektaal het meest voor de hand liggende. Maar ik vond dat het correct opgeschreven moest worden. En omdat ik het een essentieel, maar onderbelicht onderdeel vind van onze taal, heb ik de regeltjes rond het correcte gebruik ook nog eens achteraan in het boek gezet.

Jurgen Nakielski
Jurgen Nakielski

De columnwedstrijd van Thisishowweread is een opstap geweest naar dit schrijfproject?

Klopt. Aan de eerste columnwedstrijd in 2015 deed ik mee met een brief waarin ik me verontschuldigde voor het feit dat ik geen zin en tijd had om een column te schrijven, omdat ik ergens van een all-in-vakantie genoot. Heel meta allemaal.
Toen ik in 2019 besloot opnieuw mee te doen, deed ik dat vanuit datzelfde ik-personage. Ik was gegroeid en had terloops het één en ander meegemaakt. Ik had ondertussen ook een kind en ik ging voor het eerst bijna opnieuw reizen, als gezin. Die groei wilde ik – als een soort van reünie-brief – rechtstreek met de lezer delen.

Toen de column klaar was, was ik dat nog helemaal niet.

En toen vond je je stem?

De ge-vorm sloop er automatisch in. Vooraf had ik geen verhaal of scenario voor de brief, maar het gutste er gewoon uit, in spreektaal. Ik kreeg voor het eerst sinds lang écht het gevoel mijn schrijfstem gevonden te hebben. Toen de column klaar was, was ik dat nog helemaal niet. Een aantal passages bleven door mijn hoofd spoken, net als het gegeven van groeien, loslaten, vastklampen. Mijn schrijfstem bleef losse zinnen door mijn gedachten gooien en tussen mijn gedichten begon zich een rode draad te weven. Tijdens de coronacrisis kwam alles zowat samen, gemarineerd in een stevige bindsaus van woede, verdriet, eenzaamheid en machteloosheid (en er was ook wat loslaten bij). Enkele passages uit de column vielen op hun plaats in het nieuwe geheel en “Gaten Slapen” was geboren. 

Zijn er al ideetjes voor een volgend project?

Ik heb nog geen idee wat het volgende zal zijn. Ik ben graag met veel dingen tegelijk bezig. Ik heb twee kinderboeken/verhaaltjes liggen, een hele hoop losse gedichten voor volwassenen en een mapje met flauwe en grappige woordspeling-poëzie over dieren waarbij ik zelf illustraties maakte. Oh, en ja, Bigfoot doolt ook nog steeds door mijn gedachten, mocht je je dat afvragen. Ooit schrijf ik mijn “Wachten op de Sasquatch”, maar ik weet nog niet of dat als gedichten- of verhalenbundel zal zijn, of als dunne of dikke roman. 

Bedankt Jurgen!

Gaten Slapen, Jurgen nakielski, Matador