Column,  This Is How We Read

Column op Woensdag – Biowinkel

Tijdens de zomer presenteert uw favoriete boekenblog elke woensdag één van de genomineerden van onze columnwedstrijd.

Deze weekt zoekt Céline Rosseel haar volgende lief. In de Biowinkel. 

Astrida_4

Biowinkel

Ik wil mijn volgend lief leren kennen in de biowinkel, in de rayon van de speltontbijtgranen en de rijstwafels.

Ik laat klunzig mijn pakje quinoa vallen en we bukken gelijktijdig om het op te rapen. Zijn hand is eerst, een vonk wanneer onze vingers raken. Al lachend en verrast kijk ik in zijn ogen. “Oh danku, da’s kei vriendelijk!”, zal ik uiteraard een beetje te enthousiast roepen. “Da’s kei graag gedaan” antwoordt hij glimlachend en weg zal-ie zijn.

Een frisse, gezonde kerel. Niet zo’n geitenwollensokkentype met ongewassen haar. Ouder dan ik. Met baard. Zo’n mooie getrimde, niet zo’n schamel schaamhaarbegroeisel. Misschien is hij bezig aan zijn master in de psychologie. Ik neig een zwak te hebben voor mensen die psychologie hebben gestudeerd. Het idee dat zij mij beter zouden begrijpen, stelt me gerust. Of misschien heeft hij een tweejarige peuter die hij appelsap te drinken geeft en stukjes biologische banaan voert omdat zijn vrouw hem heeft laten zitten. De trut. Op maandagavonden geeft hij yogales en mag ik elke keer mee. Over hoe genant stijf ik ben en er eigenlijk niets van bak hebben we het nooit.

Enkele dagen later sta ik in de koelcel van dezelfde biowinkel bedachtzaam verschillende soorten sojayoghurt te vergelijken. “Die met banaansmaak zijn lekker”, hoor ik plotseling naast mij. Daar staat hij weer, met een pakje tofuworstjes in zijn handen. “Hallo daar!”, lach ik, “Zal ik nog eens iets laten vallen?”. Hij gooit er een grapje bovenop. Verbale Jenga. Ik lach en we raken verder aan de praat. Samen wandelen we door de biowinkel en al babbelend vullen we onze mandjes. Aan de kassa betalen we in stilte en aan de uitgang vraag ik: “Hoe heet je eigenlijk?”. Ik stel mezelf voor als “Ik ben Céline, zoals de zangeres”. Hij zal niet, zoals menig man, Cindy verstaan.

Hij laat berichtjes voor me achter op het toiletpapier en snijdt mijn boterhammen in de vorm van Jan Becaus.

Als ik laat thuis kom, ligt zijn boek over kwantumfysica onder de schemerlamp op mij te wachten. Met aangeduide passages. Hij geniet van wandelen, ik van het moment waarop hij naast mij in de zetel ploft met twee tassen thee. Als we weer eens een te lange wandeling maken, kust hij mijn gezeur weg en wijst hij mij op hoe mooi geel de blaadjes al zijn geworden. Hij toont dat elk stom moment ook een schoon moment is. Hij lacht met mijn hersenkronkels en er is altijd plaats en tijd voor een knuffel. Wanneer ik, door de honger, weer iets gemeens zeg dat ik eigenlijk niet meen, roept hij mij op het matje zonder mij daarvoor minder graag te zien. En de seks. Jongens, de seks zal mind-blowing zijn. Sterren-spattend-van- de-hemel-mind-blowing.

Ik wil mijn volgend lief leren kennen in de biowinkel en ik zal hem ongelofelijk graag zien. Het gaat goed zijn: puur en fel en knapperig. Net zoals de biologische wortelen die we uit de grond van zijn moestuin trekken.

Céline Rosseel heeft het leven het liefst spannend. Gepassioneerd door alles wat met tekst en muziek te maken heeft, rent ze al 25 lentes van de ene uitdaging naar de andere. Met een glaasje cava in de hand toast Céline steevast “op de mogelijkheden”! Want jongens, die zijn er. Met hopen.

PS: Zin om jouw tekst één van de volgende weken in deze rubriek te zien blinken? De eerste vier genomineerden van onze wedstrijd zijn gekend. Meedingen naar een publicatieplek in augustus (en het boekenpakket…en de spectaculaire taart…) kan nog tot donderdag 23 juli.