Dat is de vraag,  Uitgelezen

The Revenant: het boek vs. de film

Een extra dag, dus we laten graag boekenknecht Kurt en zijn ongezouten mening op u los. Hij las het boek, keek de film en volgde de Oscars. Als dat geen toewijding is:

the-revenant-leonardo-dicaprio
The Revenant

Ik heb problemen met Leonardo DiCaprio. In baardlozer tijden kon ik het brevet van de 1200 meter tongzoenen in de cinema op mijn buik schrijven omdat hij in Titanic pas na drie uur wou verzuipen en mijn gezelschap het ondertussen te druk had met in katzwijm te liggen. Nu, bijna twintig jaar later, duikt hij in volwassen versie op in The Revenant van Alejandro González Iñárritu en mocht er zelfs zijn allereerste Oscar voor ontvangen. Glunderend. Maar geen nood, ik ga moeiteloos objectief blijven. Ondertussen hebben we allebei baardgroei en is het brevet al lang binnen.

Iñárritu is niet de eerste de beste. Zijn Birdman liet je vorig jaar zwijmelend van verwondering naar huis gaan. En incasseerde vier Oscars. Hij imponeerde in 2003 al met 21 grams en in 2006 met het meesterlijke Babel. Gisteren ontving hij voor het tweede jaar op rij de Oscar voor beste regisseur. Hij baseerde zich voor The Revenant op het gelijknamige boek van  Michael Punke, bij ons verkrijgbaar als De Spookverschijning.

Het verhaal achter De Spookverschijning is simpel. Een nogal geïrriteerde grizzly gebruikt de beroemde avonturier en pelsjager Hugh Glass tijdens één van zijn expedities als bijtring en als krabpaal, waar Glass afschuwelijke verwondingen aan overhoudt. De expeditieleider laat hem in het ruige landschap achter in het gezelschap van John Fitzgerald en Jim Bridger. Zij worden extra betaald om Glass tot zijn onafwendbare dood bij te staan en hem een degelijke begrafenis te bezorgen. Fitzgerald, een all-round etterbak, heeft het vooral op het dure geweer van Glass gemunt en weet de jonge Bridger met een smoes te overhalen om Glass levend achter te laten. Minus het geweer, zijn mes en het gros van zijn bezittingen. Bij bewustzijn maar niet in te staat te bewegen, ziet Glass hoe zijn vroegere makkers de hielen lichten.

Glass ontsteekt in een bijbelse woede, die hem de energie geeft om ondanks zijn zware verminkingen naar de bewoonde wereld te kruipen. Een tocht van honderden kilometers door de wildernis, met onder andere slang –lekker-, bedorven beenmerg –mjam- en boomwortels –mmmm- op het menu.

Eens voldoende opgelapt gaat hij tijdens de gruwelijke winter van Wyoming op zoek naar Bridger en Fitzgerald. Om zijn wraak op te dienen. IJskoud, zoals het hoort.

Het boek is gebaseerd op ware feiten. Hugh Glass heeft echt bestaan, net als Fitzgerald and Bridger. Op de plaats waar hij in 1823 door de grizzly werd toegetakeld staat nu een standbeeld. Het verraad en de helletocht van Glass zijn echt gebeurd, hoe ongelofelijk het ook mag klinken. Maar terwijl de film wel degelijk gebaseerd is op het boek, heeft Iñárritu voor een totaal andere aanpak gekozen dan Michael Punke.

Punke bouwt een kleurrijke avonturenroman rond het skelet van de historische feiten, met personages van vlees en bloed.

Zo krijgen Glass, Fitzgerald en Bridger een uitgebreid verleden aangemeten en kom je te weten hoe ze op de gedoemde expeditie verzeild zijn geraakt. Glass zelf was niet van een kleintje vervaard. Hij ontsnapte ooit aan zijn dwangarbeid op de schepen van de piraat Jean Lafitte door doodleuk een roteind naar de kust van Texas te zwemmen. Swashbuckling adventure nog aan toe! Een vent waar zelfs Old Shatterhand beleefd “meneer” tegen zegt, kortom.

De Spookverschijning - kast
De spookverschijning… goed omringd.

We maken ook kennis met de pelsjager Zwijn, die zo smerig was dat hij mensen in verwarring bracht. Als ze zijn geur opvingen, keken ze langs hem heen om te zien waar die vandaan kwam, zo onwaarschijnlijk leek het dat die stank van een mens afkomstig kon zijn. Ondanks zijn bedenkelijk aroma blijkt Zwijn een loyale makker van Glass, tot het bittere eind. Enter ook de onvergetelijke Voyageurs, de Franse pioniers waarmee Glass per kano de rivier opvaart. In dit gezelschap vinden we La Vièrge, die zijn bijnaam verdiende met het tentoon spreiden van een combinatie van een grenzeloos libido en zeer lage normen wat potentiële bedgenotes betreft. Tanden zijn optioneel.

Niets van dat alles in The Revenant. Iñárritu snijdt meedogenloos alle context weg, vereenvoudigt de verhaallijn en gaat recht naar de essentie. Exit Jean Lafitte, exit Zwijn, exit de Voyageurs en La Vièrge. Iñárritu stript Glass en de verraders van hun verleden en herleidt hen tot archetypische figuren. Crapuul krijgt koleirige Nemesis op de hielen. Niets meer, niets minder.

Wat overblijft is schoonheid.

Je krijgt maar niet genoeg van de prachtige landschappen die Iñárritu op je loslaat. Die Oscar voor beste fotografie krijg je immers niet zomaar. De ontberingen van Glass worden voorzien van een donkere, minimalistische soundtrack, tenzij Iñárritu de stilte laat spreken. En dan… is er het acteertalent van Leonardo DiCaprio. DiCaprio heeft in de hele film een handvol zinnen dialoog, waarvan de helft dan nog uit “argh” en “gargl” bestaat, maar slaagt er toch in om met lichaamstaal alleen te begeesteren. Twee en een half uur lang. Of hij nu in zijn nakie in een dood paard kruipt of weer oog in oog staat met Bridger, de emoties spatten van het scherm. Onverdund. Alles is vergeven en vergeten, Leo.

Ook de gruwel wordt flink teruggeschroefd. Terecht, want popcornemmers gaan wel eens lekken bij het opvangen van maaginhoud. De beer klauwt niet alleen de rug van Glass van nek tot kont open, maar snijdt ook zijn slokdarm door en rukt zijn hoofdhuid af. Bij het toedienen van de eerste zorg fatsoeneert de expeditieleider zijn scalp weer over de schedel, zodat het leek alsof hij een afgevallen hoed op het hoofd van een kale man terugzette. Geloof me, dat wil je niet op het grote scherm zien. In een boek heb je geen last van film ratings, maar de realiteit slaat alles. In de film wordt de rug van Glass losjes gehecht, in het boek wemelen die wonden van de maden en worden ze ontsmet met kokende buffelpis, maar in werkelijkheid werd er bovendien nog eens –hou die ironiemeter in de gaten- een berenhuid over genaaid. Smakelijk.

Als de film bij deze barre essentie was gebleven, hadden we zelfs getwijfeld of het boek beter is dan de film. Maar helaas. De film moet niet alleen een arthouse publiek aanspreken, dus giet Iñárritu er een lichte Hollywood dressing over. Voor wat extra emotioneel drama wordt Glass dan maar kwansuis een zoon toebedeeld.

Terwijl de doodnuchtere ontknoping van het boek de lezer geschokt naar een catharsis laat grabbelen, serveert de film het publiek braafjes een verteerbare versie met een klassieke bossfight.

De nogal knullige Indiaanse symboliek hier en daar had ook wat minuten kunnen besparen. En sorry Leo, alleen John Rambo is geloofwaardig wanneer hij met buskruit zijn wonden dichtschroeit.

Lees het boek voor een volledig aangekleed avontuur in het Wilde Westen, waarheidsgetrouw en compleet met ongefilterde ontberingen en kleurrijke personages. Laat je in de film betoveren door de landschappen, de soundtrack en een steracteur op het toppunt van zijn kunnen. Of doe zoals ik, en geniet van allebei.

De spookverschijning, Michael Punke, Prometheus

Kurt Van Gasse is gastredacteur voor Thisishowweread en Lood Magazine. Hij verschaft in zijn bovenkamer gratis onderdak aan een ingenieur, een manager en een rusteloze lettervreter. Voorlopig kunnen ze het met elkaar vinden en wordt er maar zelden met het mentale servies gegooid.