Echt (n)iets voor

Exclusieve voorpublicatie: Dwaal Zacht van Lore Mutsaers

Of u nu aan een zwembad aan de Franse hittegolf probeert te ontsnappen of ergens anders ter land, ter zee of in de lucht vakantie geniet, leestips zijn altijd welkom.

Vandaag brengen we niet alleen een joekel van een leestip, we stellen ook meteen een kolossaal getalenteerd schrijfster aan u voor. Lore Mutsaers debuteert met Dwaal zacht en blies ons van onze vakantiesleffers. Om onze woorden kracht bij te zetten, serveren we een appetizer bij uw cocktail en trakteren we op een exclusieve voorpublicatie van Dwaal zacht.

Hoe genees je van een leven met en zonder elkaar?

Het zorgeloze leven van geneeskundestudent Lucas verandert wanneer zijn zus Claire verdwijnt. Hij klampt zich vast aan herinneringen en aan elke mogelijke connectie met haar. Vinden ze elkaar terug?

Maurice, een vijfenvijftigjarige fotograaf, heeft niet lang meer te leven. Hij laat alles achter om afscheid te nemen van zijn grote liefde. Welk laatste beeld moet hij nog vastleggen?

Zonder het zelf te beseffen, raken hun levens elkaar.

Een verhaal over de dunne grenzen tussen verbondenheid, vervreemding en waanzin. Over leven en dood. En over omgaan met verdriet dat snijdt.

Lucas

Maandag 13 Maart 2017 04:45

Mijn nieuwe leven begon met een Tipp-Ex-pen. Het academiejaar is nog maar halverwege, maar ik ben op dreef. Ik heb vrienden gemaakt, spieren gekweekt, vijfhonderd volgers op Instagram en draai de meisjes in een mum van tijd rond mijn vinger. Mijn glim-lach op foto’s is geloofwaardiger dan ooit. Een briefje van vijf euro terugvinden in mijn achterzak? Pure rijkdom! Het is waar dat ik me anders voordoe dan ik ben, maar ik heb tijd in te halen en een snelle versie van mezelf is daar nu eenmaal voor nodig.

Ik heb op vandaag gewacht en gewacht, achttien zinloze jaren wou ik erbij horen. In het begin leek het me een haalbaar doel, maar al snel klasseerde ik het als een Jommekesrealiteit. Ik had een schat van een moeder, ja, maar een zus die enkel zwarte kleren droeg en een vader die na elk oudercontact heisa maakte over mijn gebrek aan mannelijkheid wanneer mijn titularis nog maar voorzichtig had laten vallen dat ik meer van me moest leren afbijten. Pedago-gisch verantwoorde taal voor: hij laat te vaak met zijn voeten rammelen.

Ik had gezegd tegen mijn vader dat het zou helpen als ik nu eindelijk eens zakgeld zou krijgen. Vakanties met Jongerentravel, smalle jeansbroeken, een iPod en festivaltickets lagen ver buiten mijn bereik. Had ik Tipp-Ex (in een potje!), dan had de rest een inktwisser. Het lukte me niet om met de stroom mee te gaan, laat staan ertegenin te zwemmen. Ik was de jongen, de loser, de sukkel, de idioot met de Eastpak die aan de oever zat te kijken naar passe-rende klasgenoten met Carhartt- of Dakinerugzakken. De rangorde was bepaald. Dat diezelfde Eastpak nu opnieuw in de mode is, frustreert me nog het meest.

In die tijd geloofde ik dat de aarde plat was en dat ik eraf zou vallen. Zo erg was het met mij gesteld. Ik vermeed het om vrienden mee naar huis te nemen, daarna om vrienden te maken. Omdat ik mijn klasgenoten nooit thuis uitnodigde, werd ik na een tijd zelf niet meer uitgenodigd. Dat was een van de eerste ongeschreven, maar altijd weer heersende wetten waaraan ik me besloot te on derwerpen. Het doet er nu niet meer toe, ik ben vertrokken en Columbus wist ook niet wat hij zou aantreffen, toch?

Het tweede dat ik deed toen ik op de eerste zaterdag van mijn nieuwe leven in Antwerpen de bus uit stapte (eerst had ik besloten om een sigaret op te steken), was de Acco plunderen. Op aanraden van Claire kocht ik markeerstiften in groen (titels), oranje (namen of tussentitels) en geel (definities of theoretische begrippen). Zij gebruikte nooit meer dan drie kleuren in haar syllabi. Mijn oog viel ook nog op vier Atomaschriften, twee zwarte vulpennen, een Tipp-Ex Pocket Mouse, een elektrische potloodslijper, een vulpot- lood, een gewoon potlood, balpennen (rood, groen, blauw) en een kneedgom. Ik kreeg er een kick van en nam me voor om bij het begin van elk academiejaar mijn weekbudget daar te spenderen. Alleen die Tipp-Ex Pocket Mouse gebruikte ik uiteindelijk nooit. De tape haal je er zo weer af volgens mijn vriend Bruno en dus heb ik die brol toch maar geruild tegen een Tipp-Ex-pen. Die leen ik uit aan domme meisjes die er stippen mee op hun roodgelakte nagels zetten, slimme meisjes met rode wangen van de inspanning en een paniekerige blik als ze een fout schrijven, geile meisjes die op het uiteinde ervan zuigen, en aan Bruno natuurlijk.

Ik zet een potloodstreepje op de kastdeur. Het zijn er negen nu. Negen streepjes, negen gezichten, namen die ik vergeten ben of waarnaar ik nooit gevraagd heb. Selectief geheugenverlies of mijn tong regelmatig kwijtspelen, het doel heiligt de middelen. Op een dag gom ik de streepjes uit, laat ik deze kast achter, voor de volgende huurder, loop ik naar buiten zonder me een van die meisjes te herinneren. Net nog nodigde ik mezelf uit op het kot van het laatste streepje. Eentje uit een studentenclub deze keer. Warmbloedige meisjes met jurkjes in maart zijn handig. Ik trok haar slipje naar beneden, over haar knieën, haar enkels. Even bleef het haken aan een van haar tenen.

Ze zat bij de Wikings, een lint met rood en wit. Ik zat nergens bij, maakte haar wijs dat ik al een behoorlijk druk sociaal leven had en er daarom onmogelijk een presidium bij kon nemen. Blijkbaar vond ze dat aantrekkelijk. Wat ik van haar vond, had ze me gevraagd. Ik zeg nooit dat ik hen knap, slim of grappig vind.

‘Ik krijg weinig hoogte van u. Een beetje mysterieus dus.’
Die zin werkt altijd.
‘Mysterieus’, had ze herhaald, met een blos op haar wangen. Of was ze iets te royaal geweest met blush?

Dan stel ik hun vragen, raak ik uitermate geïnteresseerd in een of ander studieproject, in hun familiegeschiedenis of hobby’s. Ik luister. Weinig mannen hebben echt leren luisteren. Ze zijn te vaak zichzelf.

‘Zal ik de rest ook uittrekken?’ had ze gevraagd.

Zwijg toch, mens, dacht ik. En ze zweeg. Ik ga je hier en nu neuken met je kleren aan, dat natte slipje uitgezonderd. En ik deed het. Daarna zei ik dat ik ’s morgens vroeg op moest. Ik liet haar haar gsm-nummer noteren, want de batterij van mijn gsm was ondertussen leeg. Haar mijn nummer geven? Nee, zo zot ben ik niet. Met wat gelul over hoe oldskool en romantisch zo’n papiertje wel niet is, krijg ik hen meestal wel zo ver. Voor de zekerheid zette ze haar naam eronder. Op weg naar mijn eigen studentenhuis smeet ik het papiertje in een vuilnisbak.

Ik trek mijn broek naar beneden, laat mijn boxershort tot net onder mijn penis zakken en ga met mijn duim over de blauwe aders. Hij ziet rood, maar is weer stijf en klopt. Ze was niet nat ge- noeg geweest. Al haar vocht had waarschijnlijk in dat slipje gezeten. Jammer. Zou ze het nu voelen kleven? Ik trek mezelf af. Mijn zaad moet eruit. Als ze me beter had gekend, had ze misschien gevraagd of ik het wat romantischer kon aanpakken. Niet één keer raakten mijn lippen de hare. Kreunde ze eigenlijk wel? Ik was het zaad van mijn hand, trek een schone boxershort aan en zoek in de achterzak van mijn jeans naar mijn enige echte trofee van de avond. Een pakje Lucky Strike, buiten gevonden op de vensterbank. Een pakje geluk. Ik rook de sigaret tot de filter op, druk ze uit en schiet de peuk uit het open venster. Daarna kruip ik in bed. Ik denk aan Claire. Aan hoe ze vier jaar geleden in de badkamer voor mij stond. Ze was het eerste en voorlopig het laatste meisje dat ik naakt zag.

Dwaal zacht, Lore Mutsaers, Lannoo