Column

Column op woensdag: Bevrijding

Tijdens de zomer presenteert This Is How We Read elke woensdag een genomineerde tekst van onze columnwedstrijd 2023. Deze week worstelt Joey Tol met een grijparm.

Bevrijding?

Op de overvolle kermis waar uit alle hoeken de decibellen me om de oren vliegen baan ik me een weg richting de grijpmachines. Ik ontwijk groepen jongens in zwarte bomberjacks, meisjes met ringetjes in hun neus, ouders met een tweetal kleine kinderen in de botsautootjes waarvan er eentje huilt terwijl de ander grijnst van oor tot oor.

In mijn dagelijks leven ontmoet ik weinig mensen. Ik woon alleen, mijn koelkast heeft drie planken en daarvan zijn er altijd minstens twee leeg, alle schoenen op het rekje zijn van mij. Ik ga niet naar feestjes, vermijd de blikken van buren als ik boodschappen doe en voel me al bekeken als ik in mijn eigen achtertuin zit: de schutting had wat mij betreft een overkapping mogen wezen. Ik zit het liefst binnen op de bank, waar het zitvlak naast mij leeg blijft.

Mensen gillen terwijl ze in hun kermisbakjes heen en weer geslingerd worden. Ik ben in mijn leven heus zelf wel eens in zo’n vergelijkbare attractie ingestapt, maar de neiging om te schreeuwen had ik nooit. Ik heb de luide mens nooit begrepen, zelfs als kind huilde ik niet hardop. 

Dit is al de tweede keer vandaag dat ik over de kermis loop. Het was er eerder nog drukker. Nu, terwijl de zon begint te zakken, zijn de dagjesmensen weer vertrokken. Ik vind mijn weg tot de grijpmachines. Een tijd lang blijf ik toekijken hoe andere mensen hun best doen hun muntgeld te verkwanselen. De knuffels vallen keer op keer uit de zwakke grijpertjes, je kunt ze bijna doordrenkt met sarcasme horen zeggen: oeps! Probeer het anders nog een keer, ik beloof dat ik beter mijn best zal doen, hihi.

Wanneer mijn ouders me vroeger een paar euromunten in de hand drukten kon ik urenlang naar de grijpmachines blijven staren. In mijn handen hield ik op dat moment al iets vast wat ik daarvoor niet had. Een koude, viezige twee euromunt was net zoveel waard als een zachte knuffel dat me met schattige oogjes door de beveiligde raampjes aankeek. Had ik gegarandeerd iets teruggekregen voor mijn munt, dan had ik het misschien weg durven geven. Maar ik zag de teleurgestelde mensen voor mijn neus afdruipen met minder dan ze kwamen en besloot mijn zakgeld goed vast te blijven houden.

Joey Trol waagt zijn kans

De overvolle kermis wordt langzaam rustiger, de stemmen van de mensen overstemmen de toeters en jingles van de kermis steeds minder. Ik bevind mij voor een grijpmachine met een gevulde bak pastelkleurige lamaknuffels. Eentje is zachtroze, heeft twee schele oogjes en lacht mij toe. Met enige twijfel pak ik een twee euromunt uit mijn portemonnee en werp het in de machine. Ik krijg drie kansen. 

Bij de derde poging valt de lama de goeie kant op, net over het randje. Ik pak hem uit de lade en voel hoe een glimlach op mijn gezicht verschijnt bij het aaien van het zachte vachtje. De schele oogjes van het beest lijken plotseling nog blijer. Voortaan zit ik niet meer alleen op de bank. 

Joey M.H. Tol heeft een scherp oog voor melancholie en schrijft graag over ongemak. Het liefst verdwijnt Joey in een fictieve werkelijkheid door eigen werelden te creëren. Durft u mee te gaan op reis?

p.s.: Patricia Meulemans haalde de shortlist in 2018. benieuwd of zij ook hetzelfde verstaat onder kermisprut?

P.p.s: Op de kermis van Ingela P Arrhenius scoorde al hoog op onze recensie-lijst.

P.p.p.s: Dirk Bracke schreef met Rollercoaster een intrigerend boek over borderline persoonlijkheden.