Op locatie,  Reizen

Athene, creativiteit van crisis tot crisis

Hoe het zit met de artistieke revival van Athene, en heeft de financiële crisis daar iets mee te maken? Dat ging ik in maart 2020 onderzoeken op citytrip in de Griekse hoofdstad. Net op dat moment belandde Athene echter in een wereldwijde crisis. De creatieve vibes bleven gelukkig wel voelbaar.

‘Athene is het nieuwe Berlijn.’ Ik hoor het overal. De financiële crisis zou het historische Athene, dat ik ken van een schoolreis in 1999, hebben omgetoverd in een hedendaagse creatieve hub. Het maakt me nieuwsgierig. Zorgt een crisis voor creativiteit? En wat maakt Athene zo aantrekkelijk voor kunstenaars? Na eenentwintig jaar keer ik in de lente van 2020 terug naar de Griekse hoofdstad om te onderzoeken of de stad meer te bieden heeft dan de Acropolis, de toeristische straatjes van Plaka en… schimmige discotheken. Ik was immers zeventien, die eerste keer.

Voor mijn vertrek spreek ik met de Vlaamse schrijver Vincent Van Meenen die in 2014 een tijdlang in Athene woonde en daarover schreef in We houden zo van Anthi. ‘Het is een surrealistische stad,’ zegt hij. ‘In Athene kunnen dingen die nergens anders ter wereld mogelijk zijn. Er is gebrek aan veel, maar aan tijd is er overschot. Daardoor zie je er veel creativiteit.’ Maakt een crisis dan creatief, wil ik van hem weten.

‘Een crisis, persoonlijk of maatschappelijk, spreekt kunstenaars altijd aan. Als de dingen op losse schroeven staan, dan zijn er mogelijkheden. Wel moet er af en toe een injectie van hoop zijn. Zonder hoop verandert ‘op losse schroeven’ in uitzichtloos.’ 

Het zijn de eerste dagen van de geleidelijke corona-lockdown als ik land in Athene. Op de vraag of een crisis creatief maakt, krijg ik meteen een antwoord. Ja! Op een weekend zie ik Athene veranderen van een authentieke plek waar de nachten veelbelovend lang en de terrassen vol zijn, in een doodse stad waar steeds meer begrenzende maatregelen gelden. Net als in België worden daarvoor creatieve oplossingen gezocht en gevonden. Restaurants die plots take-away aanbieden en ontbijtbuffetten die veranderen in roomservice, zijn natuurlijk niet het soort creativiteit waarnaar ik op zoek ben. Ik ben hier immers voor de streetart en de vele kunstgalerijen.

Kunst op hotel

Logeren doe ik in Grecotel Pallas Athene, een vijfsterren boetiekhotel vlakbij het historische centrum én het eerste hotel in Athene met streetart op de kamers. In alle ruimtes van het hotel is kunst prominent aanwezig. In de lobby vormt de sofa in de vorm van de baseball handschoen van Michael Jordan een eyecatcher, in de ontbijtruimte zijn er wisselende expo’s van Griekse kunstenaars en ook in de suites staan kunstwerken uit de privécollectie van de eigenares van de hotelketen. Eén weekend per jaar, meestal in oktober, strijken hier modeontwerpers neer voor de ‘Fashion Rooms’. Tijdens deze mode tweedaagse huren designers een kamer en zetten ze de deuren open om hun collectie te tonen. 

Zelf verblijf ik in de Moonlight Suite, een klein paleis met marmeren vloeren, twee badkamers en een ruime zithoek met een gouden fluwelen chaise longue. Mijn kingsize rond (!) bed wordt geflankeerd door muurschilderingen van de Griekse kunstenaar Stelios Faitakis. ‘Mocht er een lockdown komen, zit ik hier goed,’ app ik nog even naar het thuisfront, vooraleer ik met de biografie van Aristoteles Onassis tussen de lakens kruip. Zo’n royale kamer vraagt immers om steenrijk gezelschap.

Creatief ondanks de crisis

De volgende ochtend ben ik uitgenodigd bij – en dat is geheel toevallig – Stelios Faitakis, de kunstenaar die in mijn suite helemaal los ging met goudverf. Met zijn schilderijen die zowel geworteld zijn in de Byzantijnse kunst (vandaar de goudverf) en de hedendaagse samenleving behoort Faitakis tot de grote kunstenaars van Athene. Als één van de weinigen hier kan hij leven van zijn kunst. Bij een donkerzwarte Griekse koffie praat ik ook met hem over crisis en creativiteit. Hij gelooft niet dat het geheim van de Atheense creativiteit in de crisis schuilt:

‘Athene was altijd creatief. Zo hebben we één van de sterkste theatertradities in Europa. We zijn hoe dan ook een artistieke stad. Misschien kan je zelfs stellen: ‘ondanks de crisis’, want de financiële problemen hebben wel degelijk de omstandigheden bepaald waarin artiesten leven en werken.’

Faitakis stippelt mijn namiddag uit. Hij zet me op weg naar Monastiraki. In deze buurt krioelt het van de galerijen, pop-up winkels, vlooienmarktjes, hippe koffiebars en restaurantjes. Intuïtief laat ik me leiden van de ene creatieve plek naar de andere. Met een frappe verwonder ik me in de binnentuin van kunstencentrum Six Dogs over ‘de cool’ van de bezoekers. Het lijkt wel of iedereen in Athene heel erg zichzelf is. Gelukkig is het geen air van afstandelijkheid, en raak ik echt overal aan de praat met shopeigenaars en obers die in hun vrije tijd romans schrijven, juwelen ontwerpen of opera’s zingen. Zo ontmoet ik even verderop in TAF, een exporuimte annex café, Lydia Kuznetsova, een Russische danseres die als vrijwilligster ervaring opdoet in de galerij. Zij belandde na omzwervingen over heel Europa – ze woonde zelfs een tijdje in België – in Athene en kan dus vergelijken: ‘Iedereen doet hier wel iets in de kunsten. Het aantal winkeltjes met handgemaakte juwelen, tassen en kledij is niet te tellen. Mensen proberen zo om wat bij te verdienen. Zelf schilder ik en verkoop ik ook gadgets, T-shirts en buttons met prints van mijn ontwerpen.’ De vele kleine designwinkeltjes vallen inderdaad op. Zelfs in de toeristische straatjes van Plaka vind je tussen de kombolois (i.e. Griekse parelkettingen waarmee je kan spelen voor een rustgevend effect) de flagship store van modeontwerpster Ioanna Kourbela, koop je Griekse designjuwelen bij True Story en scoor ik zelf een paar originele souvenirs bij Thiki

Voor vanavond heeft Faitakis Seychelles aanbevolen, een populair restaurant in de multiculturele wijk Metaxourgeio, gekend om de streetart en de vele coole bars. Op het plein is het gezellig druk, de avond strekt zich veelbelovend uit. Ik denk aan het advies van Vincent Van Meenen:

‘Leef ’s nachts. Er heerst een sterke underground cultuur in Athene. De interessantste dingen gebeuren laat op de avond en vind je niet op het internet. Bevraag je van mond tot mond of raap een flyer op, dan kom je op coole plekken.’

Wat ik echter nog niet weet, is dat er vannacht geen feestjes zullen plaatsvinden. Het zal zelfs mijn laatste restaurantbezoek worden voor een lange tijd. Om half acht eet ik nog verse pappardelle met kavarma (een aanrader), om acht uur gaat alles dicht, in België zal een paar uur later hetzelfde gebeuren. Geen lockdown party’s hier. Gewoon rustig de aftocht druipen. 

De stad als canvas

Dag twee pikt straatartiest Simple G me op aan het hotel. Ook dit zal een ‘wanneer was de laatste keer dat’ moment worden, de laatste keer handen schudden in dit geval.

‘Jij wandelt op het voetpad,’ merkt Simple G met een ironische blik op. ‘Hier in Athene doen we daar niet aan mee. Hier zijn we vrij.’

De volgende twee uur steek ik in zijn kielzog de drukke kruispunten van Metaxourgeio over zonder te wachten op groen licht en laveer ik tussen de geparkeerde wagens in Psyri, terwijl ik vakkundig het voetpad probeer te ontwijken. Vrijheid, het woord valt regelmatig tijdens mijn weekend. Maar hoe vaak ik het ook hoor, toch begint iedereen er meteen bij te fluisteren. ‘De vrijheid hier is inspirerend,’ zegt Simple G. ‘Maar als je rondloopt in de stad zie je ook de keerzijde ervan. Overal is er graffiti. De stad wordt letterlijk gebombardeerd. Jammer! Je hebt zelfs graffititoeristen die om deze reden naar hier afzakken.’ Hoewel Simple G zich nadrukkelijk van de illegale graffiti scene distantieert, kleurt hij sinds 2010 de Griekse hoofdstad met muurschilderingen op commissie. Hij startte pal in de financiële crisis: ‘Ik wilde mijn passie volgen, ook al nam ik daarbij een risico. Gelukkig kan ik nu wel zeggen dat dit het waard is geweest.’  

Simple G neemt me mee langs de Instagramwaardige murals in Metaxourgeio en Psyri. Het zijn er veel. Hoe komt het toch dat Athene één groot openluchtmuseum is?  Simple G: ‘Als je alleen maar in je studio werkt, maak je geen naam. Veel artiesten dromen van een mural omdat ze hopen dat de likes op sociale media hen beroemd zullen maken.’ Zelf is Simple G nooit een studioman geweest. De straat is zijn territorium: ‘Ik ben niet zo goed met woorden. Via mijn kunstwerken spreek ik tot de stad.’ Ook Stelios had het gisteren nog over de boodschappen van straatartiesten. Hij zei me: ‘Niet iedereen kan een opiniestuk in een krant schrijven, de straat is een laagdrempelige plek om je mening te geven.’ Net daarom wekt de crisis volgens hem de streetart in de hand. Iedereen heeft er wel een mening over.

‘Kijk,’ zegt Simple G plots als we voor een reuzengrote mural van een jonge lezende vrouw staan. ‘In deze buurt werken veel prostituees. Via dit werk zeg ik hen: lees boeken en informeer je. Kies niet voor de gemakkelijke weg maar respecteer jezelf.’ Terwijl we verder wandelen, langs muren met werk van publiekslieveling INO, vraag ik wat Simple G – die opgroeide op het eiland Chios – zo aantrekt in Athene. Zijn antwoord is duidelijk: ‘Ik hou van het drama in de stad. De gegroefde gezichten van de inwoners inspireren mij.

Een situatie waarin alles ok is, is een ramp voor de kunstenaars.’ 

Van edgy tot high-end

Na ons afscheid beland ik in Exarchia, de meest linkse wijk van Athene waar studenten en anarchisten de creatieve plak zwaaien. Op het centrale plein stap ik binnen bij boekhandel Bibliothèque. Door de eigenaar – ook een creatieveling (DJ) in bijberoep – laat ik me adviseren over de hedendaagse Griekse literatuur. Terwijl ik buitenstap met God is my witness van Makis Tsitas (Europese Prijs voor Literatuur in 2014) en de wijsheid dat er in Athene meer schrijvers zijn dan lezers, besluit ik dat het tijd is om de minder edgy wijken van de stad te verkennen. 

In Kolonaki kon het contrast met de voormiddag niet groter zijn. Hier zitten high-end designers en juweliers en kan je filmsterren en modellen spotten. Ook dit is Athene op haar creatiefst! Even later bevind ik me dan weer in het bruisende toeristische hart van de stad. Met een spanakopita (een soort Griekse quiche met spinazie) kuier ik van het beroemde Syntagmaplein, over het drukke Ermou, richting Anafiotika, een witgekalkt dorp in de stad, gelegen aan de voet van de Acropolis. De smalle straatjes, waar wasgoed en bougainvilles voor kleur zorgen, zijn schilderachtig. Het is zo’n plek waar elke toerist zich een fotograaf waant. 

De dag afsluiten doen de Grieken met een avondwandeling, stilaan het enige wat nog rest in deze stad nu de ernst rond corona begint door te dringen. Op de heuvels rond en de flanken van de Acropolis verzamelen groepjes locals. Ook voor kunstenaars zijn het geliefde plekken. Op de esplanade tussen de heuvel van de muzen en de Acropolis weerklinkt melancholische rebetika muziek (Griekse blues). Ik haal een kebab en een Grieks biertje uit, niet meteen de Instagrambare maaltijd uit de inventieve food scene waarvan ik had gedroomd, maar het is wat het is. Gelukkig is er de livemuziek. Ook in deze prille crisis is het de kunst die alles verzacht. 

Om ter grootst

De laatste dag fiets ik naar het Stavros Niarchos Foundation Cultural Center (SNFCC) in de haven. In deze creatie van de Italiaanse architect Renzo Piano uit 2016 zijn de Nationale Bibliotheek en Opera gevestigd. Het park en de kade rondom het cultuurcentrum zijn een populair toevluchtsoord voor stedelingen op zondag. Ideaal voor coronadagen ook. Terwijl restaurants en cafés zijn gesloten, leren kinderen hier fietsen, raken vliegers in de knoop en laten hipster squads hun hond uit. Met een frappe-to-go observeer ik vanop bankje hoe een groepje petanquende dames na iedere worp zorgvuldig het houten balletje ontsmet. De lockdown is nog licht, maar toch zijn flinke delen van het park en het gebouw al afgesloten. Ook alle culturele en sportieve events zijn afgelast, maar op betere dagen kan je hier gratis danslessen volgen in openlucht, films bekijken onder de sterrenhemel of een artistieke workshop meepikken. 

Even verderop loopt de groene long van het park door in het hellend dak van het cultuurcentrum. De vergelijking met de opera van Oslo, waar het dak ook vrij toegankelijk is, is snel gemaakt. Dit is publieke ruimte op haar best. Tegelijk roept het gebouw ook vragen op. Waar haalde Athene post-crisis het geld vandaan voor dit architecturale hoogstandje? Niet blijkbaar, leert een rondje Google. Het SNFCC is een gift van de stichting van de legendarische Griekse reder Stavros Niarchos. Niarchos was bij leven dé concurrent van de al even legendarische Aristoteles Onassis. Niet toevallig heeft diens stichting sinds 2010 haar centrum voor hedendaagse kunst in Athene.

Zo blijven de twee rivalen ook na hun dood de strijd verderzetten via de kunst.

Een saga om van te smullen waar de Atheense culturo’s en toeristen maar wel bij kunnen varen.

Terwijl de dames hun petanqueballen wegbergen, zet ook ik een punt achter het weekend. Buitenlandse zaken roept op om niet langer op reis te vertrekken. Ik keer dus terug naar België voor twee weken zelfopgelegde quarantaine. Het zijn onzekere tijden, maar van één ding ben ik wel zeker. Ik kom hier terug om de Atheense creativiteit in volle glorie te beleven. En heel misschien heeft corona dat verlangen wel versterkt.

Een stad zien in crisis, schept een band, eentje van ‘in goede en slechte tijden’. 

De bevrijding?

Het is vanuit die gedeelde ervaring, we hebben de wereld samen zien veranderen, dat ik de afgelopen maanden af en toe berichtjes uitwissel met mijn contacten in Athene. Zo laat Stelios – altijd een beetje een einzelgänger – me weten dat zijn dagelijkse leven amper is veranderd: ‘Ik werk gewoon nog meer dan anders op mijn eentje in de studio.’ Ook Lydia merkte dat er tijd vrijkwam om te creëren: ‘Veel artiesten hebben immers bijbaantjes in de horeca. Die zijn weggevallen. De extra tijd hebben ze gebruikt om een nieuwe weg in te slaan of om een project af te werken. Voor velen waren het creatieve maanden.’ Zelf begon ze te experimenteren met wall animation, een mix van streetart en animatiefilmpjes.

Financieel is het voor veel artiesten natuurlijk wel zwaar. Het Griekse ministerie van Cultuur – dat altijd sterk de nadruk legt op archeologische sites en musea –  geeft sowieso weinig subsidies voor hedendaagse kunst. De steunmaatregelen zijn ook nu te beperkt. Dat is althans de boodschap van verschillende protestgroepen van kunstenaars die opgericht werden tijdens de eerste weken van de coronacrisis. ‘Ik kan wel werken maar de galerijen krijgen nog steeds amper bezoekers – en dus potentiële kopers – over de vloer,’ schrijft Stelios. ‘Ze zijn gedwongen om te experimenteren met online tentoonstellingen en verkoop. Tegelijk zijn de huizenprijzen gestegen. Ik ben zelf op zoek naar een nieuwe studio en dat is allesbehalve evident.’

Ondanks de financiële stress hoor ik in hun boodschappen veel optimisme. Zo vertelt Lydia me hoe streetartists elkaar de afgelopen maanden via Instagram rondleidden in hun stad. ‘Creatief zijn we altijd,’ verzucht ze nog. ‘Maar nu mag het culturele leven wel volop terug beginnen hoor.’ Ik kan het niet meer eens zijn. Er is weinig dat niet universeel is aan deze crisis.