Interview

Leesgrage Leerkracht: Mel Van Ooteghem

Jeugdauteur Barbara De Munnynck had een wild plan. Ze ging op zoek naar 100 Leesgrage Leerkrachten die dit schooljaar de héle Kleine wereldgeschiedenis in 100 grote data willen voorlezen aan hun klas. Barbara hoopte op 100 enthousiastelingen, ze vond er een pak meer. Vandaag in de spots: Mel Van Ooteghem, taalcoach en juf van het 5e leerjaar in basisschool Paalbos in Assebroek.

Mel Van Ooteghem staat al 21 jaar voor de klas. De jongste 8 jaar geeft ze les in Paalbos, een basisschool met een aantrekkelijk pedagogisch project. In de voormiddag krijgen de leerlingen er klassiek, maar ervaringsgericht onderwijs. In de namiddag werken ze projectmatig,  zoals in methodescholen.

Mel, waarom past het label ‘Leesgrage Leerkracht’ bij jou?

“Ik wist al heel vroeg dat ik leerkracht wilde worden. In de lagere school was ik een haast onzichtbaar kind, ik vond mijn draai niet. Ik nam me voor: ‘Ik word later juf en zorg dat niemand in mijn klas zich zo moet voelen.’ De leeshonger kwam pas later. Als jongvolwassene hield ik van Isabel Allende en na de geboorte van mijn drie kinderen las ik vaak boekjes aan hen voor. Zo ontdekte ik

de kracht van verhalen: ze kunnen kinderen boeien, maar ook rustig maken en iets leren. Die magie wil ik ook in mijn klas.”  

Geef jij als taalcoach het taalbeleid op school mee vorm?

“Inderdaad, en dat doe ik liefst zo concreet mogelijk. Lezen, luisteren en schrijven zijn belangrijke vaardigheden, maar ze gaan achteruit. Zelfs in onze school, waar de overgrote meerderheid van de leerlingen thuis Nederlands spreekt.

Als leerkrachten moeten we het durven om taal hoger op de agenda te zetten! Ik probeer mijn collega’s te inspireren met makkelijk toepasbare tips die weinig extra werk vragen.

Durf eens met een boek te werken, probeer eens om taal en W.O. te integreren, kijk eens wat je bereikt met ‘close reading’…  Met toestemming van de directeur heb ik een schoolbibliotheek opgericht, met zo’n 500 titels. Onze school doet ook mee met Willewete en Kwartiermakers.”

Hoe werd jij zo’n ‘durver’, die volop inzet op rijke teksten en taal?

“Ik ben heel voorzichtig begonnen (lacht). Tijdens muzische vorming mag het al eens wat losser, dus in het begin werkte ik vooral in die lessen met boeken, zoals Het logboek van tot nu toe onbekende dieren van Sylvia Weve en Lotje Later van Cees van den Berg. Dat prikkelde de nieuwsgierigheid en creativiteit. Intussen lees ik elke dag voor en op woensdag zelfs wat langer. Ik volgde een nascholingstraject rond taalbeleid en hoewel dat interessant was, hou ik meer van de praktijk dan van theorie (lacht). Mijn gouden tip? Neem initiatief en probeer!”

Wat trok je aan in de 100 Data Challenge?

“Bij de aankondiging konden we één verhaal lezen als smaakmaker. Dat ging over de Eiffeltoren en de tekst was boeiend, informatief en had verschillende laagjes. Ik dacht: ‘Hier kan ik iets mee!’ Het is een meerwaarde om de verhalen met de klas te lezen, want de taal is vlot maar de lat ligt hoog, zeker inhoudelijk. Dus

als ik voorlees en een paar kinderen lachen, dan check ik bij iedereen: ‘Wat is hier grappig?’. Ook als ik denk dat een bepaalde uitdrukking of een begrip minder gekend is, vraag ik: ‘Vertel eens in je eigen woorden wat er net is gebeurd.’ Ik geef duiding of reik een leesstrategie aan.

Zo komen we tot leuke klasgesprekken. In het verhaal ‘Een Keltische weegschaal in Rome’ gaat het over gewichtjes. Dan hoor ik: ‘Maar juf, gewichten zijn toch voor in de gym?’ En hop, het gesprek is vertrokken (lacht).”

Het schooljaar is twee maanden bezig – hoe loopt de challenge?

“Heel fijn, zelfs de ouders zijn mee. Dat is al zo sinds 11 september. Ik lees de verhalen eigenlijk chronologisch, maar op die dag koos ik voor ‘Het vierde vliegtuig’, over de aanslagen op het World Trade Center. Ik was 18 jaar toen die gebeurden en de tekst riep emoties bij me op. De klas reageerde nieuwsgierig. Ik deelde mijn herinneringen, dat werkte verbindend.

’s Avonds vroeg iedereen thuis aan de ouder(s) hoe zij Nine Eleven hadden beleefd. Zo wisten die ook: ‘Hé, er wordt over geschiedenis gepraat op school.’

Ik lees het verhaal van de dag altijd kort voor de laatste bel. Het zit nog vers in het geheugen als de leerlingen thuiskomen. En zo krijg ik dan als feedback van de ouders: ‘Wij leren ook elke avond iets bij.’”

Geïnspireerd? Lees de getuigenis van Leesgrage Leerkracht Els Carlier of check de website van auteur Barbara De Munnynck voor meer info over ‘Een kleine wereldgeschiedenis in 100 grote data’, de challenge voor leerkrachten en heel wat (gratis) educatief materiaal.