Uitgelezen

Vertel me het einde

In de maand mei gids ik een paar klassen tieners rond in Parijs. Bij het vertrek aan de school in Aalst, blijkt er een leerling afwezig te zijn. Een Irakese vluchteling die zich heeft overslapen. Jammer, maar de bus moet vertrekken. Een paar uur later staat de jongen ons plots op te wachten aan het Musée d’Orsay. Een tikkeltje boos en vooral erg ongerust vragen de leerkrachten hem hoe hij hier zo snel is beland. Een vriend heeft hem gebracht, maar, zo zegt de jongen: “als je van Irak in België geraakt, is het echt niet moeilijk om van Brussel in Parijs te geraken hoor.” Daar hebben we zo gauw niets op te zeggen.

Het is aan deze anekdote dat ik moet denken bij het lezen van Vertel me het einde (Das Mag en Karaat), een spraakmakend essay over minderjarige en onbegeleide immigranten in Amerika. Als vrijwillige tolk Spaans-Engels bij het priority juvenile docket in New York stelt Valeria Luiselli de nieuwkomers 40 vragen. Deze vragenlijst is de basis om asiel aan te vragen en antwoorden op ‘Waarom ben je naar de Verenigde Staten gekomen?‘ of ‘Is je op de reis naar de Verenigde Staten iets overkomen wat je bang maakte of pijn heeft gedaan?’ zijn dus allesbepalend.

Uit de gefragmenteerde en kinderlijke antwoorden moet Luiselli, zelf ook jaren een nonresident alien uit Mexico een verhaal destilleren.

“Het zijn verhalen van zulke verwoeste levens dat het bijna onmogelijk is er nog een lopend verhaal van te maken. Ze hebben namelijk geen begin, geen midden en geen einde.”

Schijnbaar onschuldige antwoorden als ‘ik moet mijn nichtjes beschermen’ verbergen seksueel misbruik, verhalen zonder voldoende ‘oorlogswonden’ betekenen een onverbiddelijke uitwijzing maar zelf interpreteren of antwoorden influisteren mag niet. Al snel krijgt Luiselli een hekel aan de racistische reacties van de Amerikanen over de vluchtelingencrisis en beseft ze dat het probleem veel omvangrijker is dan eerst gedacht. Zo worden er tussen april 2014 en augustus 2015 meer dan 102.000 minderjarigen opgepakt aan de grens.

De verhalen waar Luiselli mee wordt geconfronteerd zijn gruwelijk. Zo nemen meisjes uit voorzorg anticonceptie voor de tocht omdat verkrachting schering en inslag is, komen er wekelijks massagraven aan het licht in haar eigen geboorteland Mexico en weten de meeste kinderen niet eens waar hun ouders zijn. Daarenboven blijken de Mexicaanse bendes hun activiteiten niet te stoppen aan de landsgrenzen, waardoor het gevaar voor sommige jongeren blijft bestaan en de vraag ‘Waarom ben je naar de Verenigde Staten gekomen?’ een bitter kantje krijgt.

“Terwijl je de veertig vragen doorneemt is het onmogelijk niet het gevoel te krijgen dat de wereld inderdaad een meer fucked-up plek is geworden dan we ons ooit hadden kunnen voorstellen.”

In dit essay wisselt Luiselli de 40 vragen en antwoorden af met episodes uit haar eigen migratiegeschiedenis en maakt ze in afwachting van haar green card een omgekeerde road trip, van New York naar het zuiden. Ter inspiratie voor dit boek, denken degenen die haar pad kruisen. Zelf zegt ze: “hoe leg je uit dat je nooit door inspiratie wordt aangespoord een verhaal te vertellen, maar eerder door een combinatie van woede en helderheid?”

Luiselli schrijft het soort journalistiek waar ik erg van hou: ze linkt het persoonlijke aan ‘de grote zaak’, maakt het technische toegankelijk én ze heeft – jammer genoeg – een dwingend verhaal. Vertel me het einde is eerder een intiem relaas dan een met cijfers doorspekt naslagwerk, een essay dat minstens evenveel vragen oproept als het antwoorden geeft. Een belangrijk boek in het Trump-tijdperk en een oproep om niet langer blind te blijven voor dit omvangrijke probleem zodat meisjes niet langer met het telefoonnummer van hun moeder in hun jurk genaaid de grens oversteken, omdat ze nog geen tien cijfers kunnen onthouden maar wel een lange tocht met vreemde mannen moeten maken.

“Omdat we allemaal ter verantwoording kunnen worden geroepen als er iets onder onze neus gebeurt en we niet eens durven te kijken.”

PS. Ook Iman Humaydan schrijft geëngageerde literatuur.