Column

Column op woensdag: Noem me bij mijn naam

Tijdens de zomervakantie presenteert This Is How We Read elke woensdag één van de genomineerden van onze columnwedstrijd 2017. Op donderdagavond 21 september bekronen we de eindwinnaar tijdens een prijsuitreiking in Barboek.

Vandaag laat Sofie weten dat we Sofie mogen zeggen.

Noem me bij mijn naam.
Zie me. Kijk me aan.

Al heel mijn leven vind ik het fijn als iemand mijn naam zegt. Als iemand me bij mijn naam noemt. Als een bevestiging dat ik besta.
Sofie.

Als iemand mijn naam bewust zegt, wordt mijn hart eventjes aangeraakt, als de zachte vleugelslag van een vlinder.

Uiteraard heb ik het niet over die ijverige verkopers die je niet kennen, maar toch je voornaam aan het begin, tussen & aan het eind van elke zin misbruiken. Op die momenten voelt het net andersom, alsof ze in een intieme ruimte komen waar ze niets te zoeken hebben.

Maar vandaag gebeurde er een grappig naam-verhaal waar ik om moest glimlachen.

In het dorp waar ik woon, is een beenhouwerij waar het koppel iedereen die ze kent, met de voornaam aanspreekt. En aangezien ze al zo’n 30 jaar hun winkel hebben, kennen ze ondertussen ontelbare mensen & evenzoveel voornamen. Zelf kwam ik 10 jaar geleden, na een periode van 15 jaar overal en nergens, terug in het dorp wonen. Onbekend voor het slagerskoppel, werd ik steevast aangesproken als “Madam”.

Wachtend op mijn beurt tussen Maria, Jef, André, Wiske en Anja, was ik telkens “Madam”.

Ik voelde mij een buitenstaander, iemand die er niet bij hoorde. Soms wilde ik uitroepen dat het Sofie was. Dat ik Sofie heet. En het ging niet alleen om de begroeting. Ook op het einde, als afsluiting van het winkelritueel, zei het slagerskoppel bij het buitengaan steevast in koor “Madam, merci en dankuwel he”. Terwijl Maria, Jef enz… de variant met hun voornaam kregen. Onveranderlijk.

Het is niet dat het niet persoonlijk werd. Door de jaren heen begon ik hen met de voornaam aan te spreken en werd er al eens gepraat en vooral geluisterd, als het rustig was in de winkel en een zorgelijke blik of zucht van hem of haar mij een vraag ontlokte en het hart gelucht werd. Maar nog steeds kenden ze mijn naam niet. Ik wist niet hoe ik het moest aanbrengen.

“Zeg maar Sofie”, klinkt als een Fransman die beslist wanneer het tijd is om van het vousvoyeren over te gaan naar het tutoyeren.

Een ander stemmetje fluisterde dat ze misschien helemaal geen zin hadden om nog een voornaam te kennen. En dat ik er gewoon niet bij hoorde & voor altijd de buitenstaander “Madam” zou blijven.

Tot vandaag. Ik had telefonisch iets besteld op mijn naam en ging het, zoals afgesproken, afhalen. Toen ik binnenkwam verwelkomde de slagersvrouw mij met een brede glimlach van oor tot oor. “Sofie is het hè?” En terwijl ze dartel naar de koelkamer leek te huppelen voor mijn bestelling, riep ze vrolijk “Is het goed dat we voortaan Sofie zeggen?” Mijn hele wezen glimlachte van oor tot oor, van kop tot teen. Ik was er niet meer mee bezig geweest. Ik had mij al geschikt in mijn lot om met het etiket “Madam” tot aan hun pensioen door het leven te gaan. En nu dit. We stonden mekaar breed lachend aan te kijken. Ik antwoordde dat ik dat heel graag zou willen.

Ondertussen was ook de slager uit de koelkamer tevoorschijn gekomen. Toen ik afgerekend had en richting deur ging, riepen ze in koor: “Sofie, merci en dankuwel he”.

Sofie Van Gestel voelde zich lang een verstekeling op het schip van het leven. Vandaag neemt ze stukje bij beetje de ruimte in die de hare is. Ze doet dit onder andere door te schrijven over haar leven. Die verhalen kan je lezen op deverslaggever.wordpress.com

PS van Barbara: Een naam is belangrijk. Reken maar dat er lang is gedelibereerd over de namen van de drie zusjes op de foto bij deze column.