Op locatie

The bridge over the river Kwai

Het Japanse leger zou doen wat de Amerikanen en Britten onmogelijk achtten. Een 415 kilometer lange spoorlijn aanleggen van Malaya (het huidige Thailand) tot in Burma ( Myanmar). De spoorlijn zou recht door een dichtbegroeide jungle lopen, over rivieren, ravijnen en langs diepe afgronden. Hiermee willen de Japanners een invasie op India in gang zetten en het transport van troepen en oorlogsmateriaal mogelijk maken.

We schrijven 1942, en in Zuidoost Azië woedt de tweede wereldoorlog in alle hevigheid. De Japanners dwingen de overgave van de geallieerden af met de strijd om Singapore. Honderdduizend geallieerde soldaten worden gevangen genomen en opgesloten in kampen. Een deel van de gevangenen wordt al snel op transport gezet riching Ban Pong, waar de werken aan de spoorlijn starten.

De werkomstandigheden zijn verschrikkelijk. De POW ( prisoners of war) bouwen de spoorlijn met  blote handen en enkele versleten, roestige handwerktuigen. Zware rostblokken worden verwijderd, liggers en rails worden met mankracht geplaatst. De gevangenen zijn ondervoed, hebben geen toegang tot medicijnen en lijden aan cholera, malaria, knokkelkoorts en ondervoedingsziektes zoals beri-beri en dysenterie. 12000 POWs en 90000 dwangarbeiders laten het leven in de 12 maanden waarin de spoorweg gebouwd werd.

Thisishowweread plande een literaire reis in de voetsporen van deze gevangenen. We spoorden een stukje van de 130 kilometer overgebleven spoorlijn af, brachten een bezoek aan het memorabele Hellfire Pass Museum en bezochte de hoofdrolspeler uit het gelijknamige boek: de brug over de rivier Kwai. Onderweg werden we goed begeleid door enkele pareltjes van boeken die zorgen dat de verschrikkingen niet vergeten worden.

Railway Man, Eric Lomax, Vintage War

De Engelse Eric Lomax is één van de krijgsgevangenen die tewerkgesteld wordt aan de Burma-Thailand spoorlijn. Hij moet er, met zijn technische kennis als telegrafist, herstellingen uitvoeren aan treinstellen. Samen met enkele van zijn mede-officieren bouwt hij stiekem een radio om op de hoogte te blijven van de vorderingen van de geallieerden. Op een dag ontdekken enkele bewakers de radio. Lomax en zijn mede-officieren worden gedeporteerd en gefolterd: ze moeten dagenlang op appel staan in de hitte, worden brutaal in elkaar geslagen, eindeloos ondervraagd en bijna verdronken.

Het boek, door Lomax zelf geschreven, getuigt van de folteringen, en de invloed die deze jaren later nog steeds hebben. Hij zoekt uiteindelijk hulp bij een organisatie die gespecialiseerd is in het begeleiden van slachtoffers van folteringen. Ondertussen krijgt hij een artikel onder ogen uit een Japanse krant waarin de tolk die bij zijn ondervragingen en folteringen aanwezig was. De Japanner getuigt over de oorlog. Lomax besluit zijn folteraar op te zoeken. En hem te vergeven.

Hollywood kreeg lucht van het ongelofelijke verhaal en verfilmde het boek:

De brug over de rivier Kwai, Pierre Boulle, Atlas Contact

De brug over de rivier Kwai is een schoolvoorbeeld van de kracht van boeken. Pierre Boulle schreef zijn klassieker in 1952 en liet de brug over de rivier Kwai lopen. In realiteit liep deze brug naast de rivier, en niet over de rivier Kwai, maar wel over de Mae Klong. Oh, en de uitspraak is Kwhae “kwee”, niet Kwai.

Pierre Boulle baseerde zijn boek losjes op de feiten, maar ondertussen past de realiteit zich aan aan zijn schrijfselen. Om toeristen niet teleur te stellen, werd de rivier Mae Klong omgedoopt tot Khwae Yai ( grote Kwai). Toeristen lopen er over de brug, waarvan enkel de buitenste ijzeren bogen origineel zijn, en fotograferen er op los. De brug is de enige stalen constructie op het Thaise stuk van de spoorweg. De POW dopen hem al snel om tot de ‘Death Railway Bridge’, omwille van het groot aantal gevangenen die het leven laten bij de bouw ervan.

In 1957 verscheen de gelijknamige film, die de brug, en het verhaal van de vele gevangenen, onsterfelijk maakt:


De smalle weg naar het hoge noorden, Richard Flanagan, De Bezige Bij

We lopen door de hoge, smalle kloof. Het is warm, de geluiden van de jungle zijn overweldigend. De Hellfire Pass en het bijhorende museum brengen een hommage aan de duizenden mannen die het leven lieten bij het uithakken van een doorgang door de berg. De Pass dankt zijn naam aan het moordende werktempo. Om het treinspoor op tijd klaar te krijgen, voeren de Japanners de ‘Speedo’ in, of dubbele werkshiften. ’s Nachts branden de toortsen tegen de rosten en de skeletachtige schimmen van de POW doen denken aan taferelen uit de hel.


Richard Flanagan kruipt in zijn bekroonde De smalle weg naar het hoge noorden in de zwerende, smerige en uitgeteerde huid van dokter Dorrigo Evans. Hij probeert de duizend mannen die aan de Hellfire Pass werken op de been te houden. Je weet niet wat je leest: zweren die huid en spieren tot op het bot wegteren, mannen die naar het werk kruipen omdat ze niet meer kunnen staan, ledematen die wegrotten en nog maar eens geamputeerd moeten worden en gevangenen die dood geslagen worden. De mannen hebben geen schoenen, amper kledij en krijgen twee keer per dag een handjevol rijst. Ziektes overheersen de gammele hutten waarin de mannen slapen. Elke dag verbranden de gevangenen de lijken van de doden.

De Hellfire Pass, met enkele overgebleven treinrails

Het gelijknamige museum, dat werd opgericht door een ex-krijgsgevangene, documenteert de verschrikkingen, met zeldzame foto’s en video’s, schetsen van gevangenen en enkele kaarten en brieven. Een broodnodig monument.  Voor elke ligger een dode, gaat het gezegde. Flanagan verwoordt het zo:

Horror can be contained within a book, given form and meaning. But in life horror has no more form than it does meaning. Horror just is. And while it reigns, it is as if there is nothing in the universe that it is not