De vijf voor 2015 van Barbara

Gewikt, gewogen, gekozen. De eerste boeken waar ik in 2015 tijd voor maak:

Yiyun Li, Milder dan Alleen, Atlas Contact: Li’s debuut, de verhalenbundel Een heel leven later, was één van de beste boeken die ik in 2014 las. Vooral Onsterfelijkheid, een verhaal van 25 pagina’s over eunuchen en een jongetje dat gevaarlijk veel op Mao lijkt, was ijzersterk. Benieuwd of de Chinees-Amerikaanse de kracht van haar korte verhalen ook kan oproepen in een roman van 300 pagina’s. Milder dan alleen gaat over onafscheidelijke jeugdvrienden die na 20 jaar weer met elkaar worden geconfronteerd.

Juli Zeh, Briefroman – over schrijven, literatuur en schrijverschap, Ambo/Anthos: Sommige mensen, zoals de Duitse schrijfster Juli Zeh, hebben een hekel aan metaliteratuur (literatuur over literatuur). Ik niet. Briefroman is een tegendraadse poëtica van een schrijfster die poëtica’s eigenlijk iets vindt voor “opscheppers, schoolmeesters en betweters die het nodig vinden om elk gedicht van een gebruiksaanwijzing te voorzien”. Kan alleen maar leuk worden.

C.G. Jung, Memories, dreams, reflections, Harper Perennial: Mijn man roept al sinds 2008 dat ik de autobiografie van Carl Jung – die overigens voor de helft door iemand anders werd geschreven –moet lezen. Hoog tijd om zijn raad op te volgen.

Hans Aarsman, De fotodetective, Podium: In De Volkskrant schrijft Hans Aarsman een wekelijkse column met als insteek ‘foto’s ontleden voor gevorderden’. Benieuwd wat de fotodetective te vertellen heeft.

Bengt Jangfeldt, Een leven op scherp, De legendarische dichter Vladimir Majakovski 1893-1930, Balans. Als deze biografie uit 2007 geen 544 pagina’s telde maar 54, dan had ik haar al vier keer gelezen. Maar goed, de omvang van een boek mag niet ontmoedigen. Vorig jaar heb ik Gordon McVays biografie van Majakovski’s tijdgenoot Sergej Jesenin gelezen. Dit jaar krijgt Vladimir zijn kans.