Uitgelezen

1, 2, 3 – Plectrude

Met Plectrude van Amélie Nothomb bijten we de spits af van een reeks nieuwe boekbesprekingen. We delen een korte recensie en onze twee favoriete passages. Daarmee kun je wel inschatten of het zou klikken tussen jou en dit boek…

Korte Recensie

De hoogzwangere Lucette vermoordt haar man. Hij wil hun kind immers Tanguy noemen als het een jongetje is, Joëlle als het een meisje blijkt. Wat een halsmisdaad! Lucette verkiest bizarre namen. In de gevangenis doopt ze haar dochter Plectrude. (Geen zorgen voor spoilers: dit gebeurt allemaal voor pagina vijftien.) In deze korte, groteske roman houdt Amélie Nothomb de vaart erin. We volgen Plectrude van haar idyllische kleutertijd tot haar loodzware jaren op de balletschool van de Parijse opera. Haar pleegmoeder ‘kreeg soms het gevoel dat te veel feeën zich over de wieg van het kind hadden gebogen en was bang dat dit vroeg of laat de toorn van de goden zou opwekken.’ Naarmate het boek vordert, ontdek je dat er aan die pleegmoeder een stevige vijs loszit.

Voor dit dik aangezette verhaal over een broodmager meisje doopt Nothomb haar pen in de zwarte humor.

De Franstalige Belgische schrijfster toont haar meesterschap door lezers al lachend in hun ziel te raken.

Favoriete passage

“Waarschijnlijk bestaat er, in de wereld van de letteren, voor ieder van ons één bepaald werk dat ons tot de literatuur zal bekeren, zodra we er toevallig op stuiten.

Wat Plato zegt over de wederhelft, de ander die ergens uithangt en die je moet zien te vinden, omdat je anders je leven lang maar een half mens bent, geldt nog meer voor boeken.

Ionesco is de schrijver die voor mij persoonlijk bestemd was, dacht de adolescente. Dat vervulde haar met een enorme blijdschap en bezorgde haar het euforische gevoel dat alleen de ontdekking van een dierbaar boek kan teweegbrengen.

Soms krijgt de betrokkene na zo’n literaire liefde op het eerste gezicht de smaak van het lezen voorgoed te pakken. Dat was niet het geval bij het meisje, want alle andere boeken die ze ter hand nam bleef ze onnoemelijk saai vinden. Ze besloot geen andere schrijvers meer te lezen en beriep zich op het prestige dat aan een dergelijke trouw verbonden was.” (p 112-113 in de uitgave bij Manteau/De Bezige Bij, vertaling Marijke Arijs, 2003)

En nog een hele mooie

“De graal van het ballet is vliegen. Geen enkele leraar zegt dat met zoveel woorden, omdat niemand graag voor een halve gare wordt versleten. Maar voor wie zich de techniek van de ‘pas de sissonne’, de ‘entrechat’ en de grote ‘jeté’ voorwaarts eigen heeft gemaakt, lijdt het geen twijfel meer: wat ze je proberen bij te brengen is de kunst van het vliegen.

De oefeningen aan de barre zijn zo saai omdat dat ding eigenlijk een zitstok is. Als je dolgraag wilt vliegen, vind je het vreselijk om je urenlang te moeten vasthouden aan een stuk hout, terwijl je hele lijf snakt naar de vrije lucht. Eigenlijk is het gedoe aan de barre zoiets als de vliegles die jonge vogeltjes in het nest krijgen (…)

De beloning zal de verwachtingen ruimschoots overtreffen, wanneer het moment is aangebroken dat je de zitstok – de barre – los mag laten en je vrij mag bewegen. De sceptische toeschouwer ziet misschien niet wat er op dat specifieke ogenblik in het binnenste van een balletdanseres omgaat: je reinste waanzin. Dat die gekte strikte regels en een ijzeren discipline in acht neemt, doet niets af aan het ongerijmde van de zaak. Want

klassiek ballet is een geheel van technieken waarmee men probeert aan te tonen dat het denkbaar en aannemelijk is dat een mens kan vliegen.

De malle en zelfs grand-guignoleske uitmonstering waarin de danskunst wordt beoefend, hoeft dus niemand te verbazen. Dacht u echt dat zoiets mafs bedacht was door geestelijk gezonde figuren?” (p 89-90)

PS: Een dubbele liefde voor boeken en ballet? Barbara pleit schuldig – en beveelt deze documentaire aan.

PPS: Patrick Modiano schreef een groots kinderboek over een kleine ballerina.