Persoonlijk

Schooldichter, moi?

Op mijn bureau ligt een oorkonde met daarop ‘Schooldichter 2017’. Hoe is dat zo gekomen?

Vorige donderdag, na de eerste bel, stond ik op de speelplaats van Astrids lagere school. Ik las een zelfgeschreven gedicht voor aan zo’n tweehonderdvijftig kinderen. Een deel daarvan grinnikte luidop toen het woord ‘kamelenpoep’ viel. Tot mijn opluchting… Gaan voor grappigheid – het blijft altijd een beetje riskant.

Misschien moet ik eerst maar eens het gedicht delen waarmee ik de poëziewedstrijd won, die de Vrije Basisschool Sint-Michiel deze winter voor de ouders van haar leerlingen organiseerde?

Ahum, oké. Hier gaan we.

De titel is…

Te laat

Ach juffrouw, echt – het spijt me.

Ach juf, toe – wees niet kwaad.

Ik wou zo graag op tijd zijn.

Toch ben ik weer… te laat.

We hebben een nieuwe buurman.

Had ik dat al verteld?

Een sultan uit het Oosten

met bergen goud en geld.

Hij heeft dertig kamelen

En lama’s… een hele stoet.

En een grijze, oude dienaar

Die met hen wandelen moet.

Vanmorgen, net voor schooltijd,

Kwam dat oudje dus op straat.

Met die mini-zoo in z’n kielzog.

Daarom ben ik te laat.

Onze auto stond in de file

Tussen een kamelenpoep en een aap op ’n tapijt…

Maar het zal nooit meer gebeuren.

Morgen ben ik heus… op tijd!

Ach juffrouw, echt – het spijt me.

Ach juf, toe – wees niet kwaad.

Ik haastte me vanmorgen.

Toch ben ik weer… te laat.

De schuld ligt bij mijn zusje.

Dat kind is nog geen vier.

Ze wou als ontbijt geen cornflakes,

Maar gnoe met gemberbier.

Gnoe kun je nergens kopen.

Da’s een dier dat je vangen moet,

Op de Afrikaanse steppe.

Daar was papa wel even mee zoet.

Mama stond nog onder de douche

Toen papa thuiskwam met de gnoe.

En dat vlees moet drie uur braden.

Dat kwam dus niet meer goe(d).

Want mijn zus is een trage eter.

Ze kauwt twee hapjes per uur.

Dat gaf extra vertraging.

Ach juf, kijk niet zo zuur.

Ik wil het u graag beloven.

Ik weet het – voor de zoveelste maal.

Morgen zal ik ofwel op tijd zijn.

Ofwel krijgt u een nieuw verhaal…

 

Ik wist eigenlijk meteen dat ik zou deelnemen, toen Astrid op Gedichtendag thuiskwam met de wedstrijdaankondiging in haar boekentas. Als de school een initiatief neemt rond literatuur, wil ik dat steunen. Wat voor boekenblogger-slash-schrijfdocent-slash-journalist-slash-mama zou ik anders zijn?

De inspiratie liet ook niet lang op zich wachten. De juf had enkele dagen eerder een (volkomen terechte) opmerking gemaakt over het feit dat Astrid vaak te laat komt. Ik dacht: ‘Laat ik eens een humoristische verontschuldigingsbrief schrijven…’ Mijn man schudde vanuit de zetel van ‘slecht idee’ en ‘doe maar niet’. Maar tegen die tijd stonden de eerste drie paragrafen al op papier. Inspiratie vs. The Husband: 1-0

Het leukste tijdens het schrijven, vond ik de interesse van Astrid. ‘Hoe ver ben je al met je gedicht?‘ was een paar dagen de meest gehoorde vraag in ons huis. Astrid maakte illustraties (oké, eentje dan…) bij mijn tekst en sloeg uiteindelijk ook zelf aan het rijmen. Het resultaat van die poging stuur ik volgende week in voor deze jeugdwedstrijd. Zo blijven we lekker bezig…

Toen ik uiteindelijk bericht kreeg dat mijn tekst gekozen was, vond ik dat bijzonder leuk. Zoals in: Bijzonder Leuk. Tja. Ik ben Barbara, ik ben zesendertig en ik win nog altijd graag wedstrijdjes.  Zeg niet dat ik hier nooit iets beken…

PS: De school doet wel vaker iets rond literatuur. Onlangs hadden ze Sandrine Lambert over de vloer, die een project rond pesten begeleidde.

PPS: Schrijven voor kinderen, het wordt hier nog een thema. En dat ik deze boeken op rijm zo vaak heb voorgelezen, hielp wellicht ook wel.