Op locatie

Con amore, Hugo

Hugo en ik, we go way back. Er was natuurlijk de obligate kennismaking met De metsiers in de eerste kandidatuur van Germaanse talen, toen de debuutroman van Hugo in het rijtje van Louis Paul Boons Menuet, Willem Elsschots Kaas en Leo Pleysiers Wit is altijd schoon belandde. In diezelfde periode schonk mijn grootmoeder mij – als germanist van de familie – enkele klassiekers uit haar boekencollectie: een Artis Historia versie van Van de vos Reynaerde, het überromantische Gejaagd door de wind, en het euhm nogal erotische Het jaar van de kreeft van Claus. Het was even later dat ik Claus voor het eerst op een podium zag. Dat het ook de laatste keer zou zijn, kon ik toen nog niet vermoeden. Het was immers die legendarische Saint Amour in Leuven in 2003 waarop Hugo zijn woorden niet meer vond en hij het podium al strompelend moest verlaten. Vijf jaar later zou de alzheimerpatiënt euthanasie plegen.

In 2018 is het dus 10 jaar geleden dat we afscheid namen van Claus. Genoeg reden voor een kalender vol Claus mania. Zo is er Con amore in Bozar, een intimistische tentoonstelling, samengesteld door – de niet in één woord te vatten – Marc Didden. Con amore – Claus’ afsluiting van zijn brieven – is geen grote overzichtstentoonstelling, wel een fragmentarische selectie in acht bedrijven.

Con amore is immers “geen tentoonstelling óver Claus, maar vóór Claus”.

Didden adoreert Claus, hij heeft letterlijk alles van hem verslonden. Didden heeft Claus ook goed gekend, maar zijn bewondering heeft vriendschap in de weg gestaan. “Hij deed veel normaler tegen mij dan ik tegen hem. Ik ben daar niet voorbij geraakt. Ik heb nooit “meneer” gezegd, maar ik vond het wel altijd straf dat hij antwoordde. En als ik bij hem op bezoek ging, begon ik al afscheid te nemen bij het begroeten,” zegt hij daarover in De Standaard.

De kabinetten zijn thematisch ingedeeld. Con amore opent met Claus’ geïllustreerde natuurlyriek voor Ellie Overzier, zijn eerste grote liefde. Meteen leren we de schrijver ook kennen als kunstenaar. Verderop worden Claus’ schilderijen strategisch tussen de werken van tijdgenoten geplaatst. Zo zijn er wel opvallend veel gelijkenissen tussen onderstaand werk van Raveel en dat van Claus. En dan heb je dit nog niet gezien!

 

Treffend is ook het portret van Claus als Romeins keizer van Ever Meulen. Met zijn opvallende neus kon Claus zo doorgaan als keizer, maar het zijn vooral de details uit de cartoon die helemaal juist zitten en doen speuren naar subtiele (en minder subtiele) romanverwijzingen.

Tussen de brieven, manuscripten en schilderijen zie je ook enkele lidkaarten. Parafernalia die Claus volgens Marc Didden (De Standaard) had bijgehouden

“alsof hij wist dat hij beroemd en bekeken zou worden. Alsof hij op de wereld is gekomen met een voltrokken zelfbewustzijn.”

Uiteraard zoomt Didden ook in op Claus als filmmaker (zo zag hij zichzelf het liefst) en op de revolutionaire en scrabeuze Claus die voor het gerecht werd gedaagd wegens openbare zedenschennis toen hij drie naakte mannen op het podium liet aantreden voor zijn “Marieke van Nijmegen”. Afsluiten doet Didden doelbewust met een boekenkamer, gevuld met Claus literair werk. Want in eerste instantie blijft Claus voor de curator toch vooral een groot auteur.

Con amore is een persoonlijke ode aan Hugo die zich laat bezoeken als een aperitief. Wat mijn beste vriendin en ik ook meteen letterlijk namen, door achteraf in de wijn en pizza’s te duiken. Minder letterlijk is het een tentoonstelling die je nieuwsgierig maakt naar meer, wat in dit Clausjaar absoluut geen probleem hoeft te zijn.

Benieuwd dus wat Hilde Van Mieghem met haar Claus tentoonstelling in het Letterenhuis zal doen, zeker na het dubbelinterview Didden-Van Mieghem in De Morgen. Misschien doet Didden het wel con amore maar gaan de liefdes van Claus in Antwerpen pas echt ter sprake komen:

“Ik zie nu wel dat je toch nooit bij de echte, echte Hugo Claus kunt komen. Hij was iemand die zijn pijn en zijn verdriet omhulde met allerlei afweermechanismen. Anderzijds heb ik ook heel onthullende dingen gelezen in zijn dagboeken. Dingen die ik niet gebruik voor de tentoonstelling omdat ik ze zelfs té onthullend vind… Van Sylvia Kristel en Kitty Courbois heeft Claus serieus afgezien. Die kant van hem had ik nooit vermoed. Ik had altijd gedacht dat hij daar allemaal boven stond. Maar hij is natuurlijk ook gewoon een mens van vlees en bloed geweest.” (uit De Morgen)

Nog tot 27 mei te bezoeken, telkens van dinsdag tot zondag.

PS. Nog een tentoonstelling in Bozar

PPS. Hier zag ik het ganzenbord van Claus al eerder.