Echt (n)iets voor,  Uitgelezen

Stukgelezen: Geen wonder dat moeder met de goudvissen praat

De mannelijke puberteit is een trut. Om te beginnen is ze ruimschoots te laat, wanneer onze hormonen zich eindelijk beginnen te roeren hebben onze klasgenotes allang een C-cup laten vollopen met wiebelend meisjesvlees en behandelen ze ons als de kinderen die we nog zijn. Dus net wanneer je wat zelfvertrouwen kan gebruiken, beland je in zo’n identiteitscrisis dat je in je eentje een smurfendorp kan bevolken, ontspruit er zowat overal haar behalve het baardhaar waar je zo naar smacht en krijgen zelfs je puisten puisten.

En dat duurt dan een jaar of vier. Als je geluk hebt.

Om die periode zonder al te grote trauma’s te doorspartelen kan je alle hulp gebruiken. Voor sommige generaties kwam die hulp van Adrian Mole, maar die liet ik puberaal links liggen om soelaas te zoeken bij Geen wonder dat moeder met de goudvissen praat van Ed Franck.

Het was een revelatie. Vandaag zou het een Young Adult boek heten, maar dat bestond toen nog niet. Toen heette het gewoon een jeugdboek. Correctie: een geniaal jeugdboek, dat ik tot prut heb gelezen. Het leverde niet alleen precies waar ik in mijn hormonenstorm behoefte aan had -herkenning, humor en een begin van een identiteit- maar het heeft me als geen ander boek richting bibliotheek gejaagd. Het bulkt van de intertekstualiteit, wat koren op de molen was van mijn galopperende leeshonger.

Moeder: ‘Benny! Hoepel op! Wat heb jij een moeilijke puberteit!’
Puberteit?

Geen wonder dat moeder met de goudvissen praat is het dagboek van Benjamin De Schutter, Benny voor de vrienden. Benny is een puber, al zal hij dat zelf verontwaardigd ontkennen. Hij is verliefd op zijn wulpse lerares Nederlands, Lucinda. Hij geeft haar hints in verzen.

Twee karpers in een goudviskom – zo dartelen
haar beide borsten in haar nachtjapon.

Benny’s vader heeft last van melancholie in het bijzonder en de wereld in het algemeen, wat zich uit in foute humor en het verwoed onderlijnen van verzen in dichtbundels. Geen wonder dat zijn zoon grossiert in cynische grappen en stiekem diezelfde verzen gaat lezen in een poging om die rare vader van hem te begrijpen.

Je zult gaan rijpen
als een boom die eenzaam staat
Dan zul je begrijpen
je vaders oud gelaat.

Benny pest zijn klasgenoten, zijn vader, zijn moeder, zijn zussen, zijn leerkrachten, het personeel van het bejaardentehuis en de maatschappij altegader, maar telkens op een heerlijke, speelse manier waar zijn grote liefde voor taal in doorschemert.

De beste bedoelingen lopen zich te pletter tegen de delicate kont van mijn vader.

Hij worstelt zoals alle pubers met de plotse realisatie dat de wereld verre van perfect is. Zijn pogingen om de panda te redden monden uit in slapstick. Het aftakelen van zijn grootmoeder kan hij alleen met loepzuiver cynisme behappen, door bijvoorbeeld een reclamefolder aan het prikbord van het bejaardentehuis te hangen:

Al gedacht aan pensioensparen?

Zoals het een puber betaamt vindt hij steun en herkenning in de taal van anderen, of het nu om poëzie gaat of om liedjesteksten. Voor Franck een prachtige gelegenheid om zijn lezers te bestoken met versregels, en voor mij de aanleiding om hele rekken met bloemlezingen uit de bibliotheek naar huis te slepen.

Houdt gij ook zo van virodoppen,
ze zijn zo heerlijk circonflex,
jammer dat zij onder hun noppen
niet strol zijn en wat onderleks.

Natuurlijk wil Benny een lief, om te fungeren als soulmate (met dank aan zijn romantische ziel) en als te ontdekken paradijs (met dank aan zijn hormonen). Zoals elke vent voor hem heeft moeten leren, loopt dat niet altijd van een leien dakje.

Belde naar de Kindertelefoon om te vragen wat ‘nymfomane’ betekent. De mevrouw informeerde eerst naar mijn leeftijd en zei daarna dat ze het niet wist.
Ik ruik lont.

En dan… loopt hij boenk op Ysmalda. Ysmalda, die hem in de war brengt. Ysmalda, die zijn citaten beu is en die zijn eigen stem wil horen. Ysmalda, die graffiti kinderachtig vindt, maar er haar hand niet voor omdraait om ‘Wel, ja en nee’ te gaan spuiten onder Benny’s ‘Pardon, twijfelt u ook?’ Van het één komt het ander, en daarmee levert Geen wonder dat moeder met de goudvissen praat het laatste element waar de onbegrepen puber zo naar snakt: hoop.

 

Geen wonder dat moeder met de goudvissen praat, Ed Franck (Clavis Uitgeverij)

 

PS: No way José dat dit juweeltje uit onze kast zou verdwijnen.