Column

Column op woensdag: zomaar

Gisteren vertelde Jürgen Nakielski hoe hij dankzij de TIHWR-columnwedstrijd meer ging experimenteren met humor in zijn teksten, maar dat tristesse wel de grondtoon is van zijn werk. Vandaag deelt hij een nieuwe tekst: Zomaar. Veel leesplezier!

Ik ben gewoon zomaar iemand. Gewoon. Zo zomaar als iemand die pakweg om de hoek van de straat woont. Ik woon altijd om de hoek van iemands straat.

Ik hou van suikerwafels, zo lang je de pareltjes kan zien, en dan ga ik op schattenjacht. Doe ik alsof, natuurlijk.

Ik hou van woensdag. Als de week een speeltuin is, dan is woensdag het midden van de wip. Precies. Het midden. Waar je niet kan vallen, als je maar stil genoeg zit. Niet omhoog. Niet omlaag. Niet.

Veel heb ik niet. Ik draag mijn schoenen tot er gaten in de zolen komen en dan nog loop ik vaak verder, om te voelen hoe de gaten groeien. Soms kan het snel gaan. Zeker op trage wegen.

Drie jassen heb ik ook nog. Een lange voor de regen. Nog een lange voor de kou. Een korte voor ik weet niet goed, of de avonden, de nachten. Veel stof om over na te denken.

Oh ja, en muziek. Ik hou zo van muziek. Daar heb ik wel veel van. Mooie platen. Vele mooie platen.

Ik draai ze altijd op een lager toerental. Dan ga ik liggen in de zetel in mijn kamerjas (heb ik ook nog), maak ik dingen donker en dan zing ik zachtjes mee tot ik moe word, ga ik neuriën tot er enkel nog iets overblijft dat alleen ik kan horen.

Ik heb een zware stem. Ik heb een zware kast met heel veel trage platen. Denk ik.

(Mijn taal is het zwaarst op lange dagen.)

Ik maak mezelf moe, slaap vaak al in mijn hoofd lang voor mijn lijf gaat liggen, word vaak al heel snel donker. Dan denk ik mezelf een melodie waarop het heerlijk dromen is. Dan kijk ik hoe de gaten groeien. Ga ik op schattenjacht. Wacht ik tot je naast me komt.

(Kom je?)

Meer lezen? Neem een kijkje op Jürgens website.