Uitgelezen

Thatchercide… of wat had kunnen zijn

Afgelopen weekend bracht ik samen met mijn familie door in een Center Parks bungalow in Flevoland, oftewel ‘windmolenland’. Tussen het fietsen (met de wind mee en vooral ook tegen), subtropisch zwemmen, eendjes voederen, barbecuen en scrabbelen (ja, ‘zeestier’ staat ook in Van Dale) door grabbelden mijn familie en ik steevast naar een boek. Mijn schoonbroer verdiepte zich in het verzameld werk van Nescio, mijn zus genoot van Totaal door het dolle heen van Karen Joy Fowler, één van mijn favoriete boeken van 2015 dat na mijn – volgens mijn familie ’te veel spoilers bevattende’ – recensie in Psychologies via mijn moeder bij mijn zus belandde. Mijn mama huiverde bij haar gewonnen exemplaar van Lieve mama (nee, dit was geen doorgestoken kaart), terwijl papa zijn cursus Italiaans bovenhaalde. Je ziet, ik ben voorbestemd om met mijn neus tussen de boeken te zitten en dan waren mijn Murakami minnende broer en sci-fi schoonzus er nog niet bij.

de moord op margaret

Zelf las ik in de nieuwste bundel kortverhalen van Hilary MantelDe moord op Margaret Thatcher (Meridiaan, vertaald door Ine Willems), de eerste Britse schrijver en de eerste vrouw die de Man Booker Prize meer dan eens heeft gewonnen. De rode draad doorheen het boek zijn de personages die ‘het drama’ (net) niet hebben voorkomen, die onbewogen bleven en niks hebben gedaan om ‘de tragische gebeurtenissen’ te vermijden. In Komma laat ze (Hilary Mantel?) haar doorgedraaide vriendin Mary op een zomerse avond een kei gooien naar een misvormd kind, in doeken gewikkeld als een ‘komma’.

Ik denk graag dat ik haar bij de pols pakte, dat ik zei: ‘Mary…’ Maar misschien heb ik dat niet gedaan.

In Hartsgeheim onderneemt een man bitter weinig om een stom slippertje te verdoezelen en bezorgt hij zo zijn vrouw een hartaanval. In Winterpret stapt een koppel op vakantie niet uit als hun taxichauffeur ‘iets’ aanrijdt. Hoewel het paar graag gelooft dat het een lammetje is geweest, zien ze achteraf een groezelig kinderhandje in de koffer.

Mantel doet er alles aan om de lezer op een dwaalspoor te brengen met onbetrouwbare vertellers en suggestief woordgebruik. Zo is het bijvoorbeeld lang niet duidelijk of Mary uit Komma imaginair, marginaal en al dan niet misbruikt is en geeft het labiele hoofdpersonage (opnieuw Mantels alter ego?) uit Sorry dat ik stoor toe dat ze in Djedda ‘voorgoed van de wijs is geraakt’ en dat ze er niet zeker van is dat

‘wanneer ik ’s avonds de lichten uitdoe, of het huis zich achter mijn rug stil zal houden.’

Tegelijkertijd dreigt het unheimliche over elk verhaal als een donderwolk die ieder moment kan uitbarsten. Met haar minutieuze woordkeuze zet Mantel haar personages echt tastbaar neer. Ze heeft het over uitgewreven snottebellen als een ‘glinsterend slakkenspoor’, over het type taxichauffeurs ‘waar je elke grom uit moest trekken, dat je nog niet vertelde waar zijn nicht woonde al was het onder foltering’.

Het titelverhaal van deze bundel De moord op Margaret Thatcher, een verhaal waarop Mantel 30 jaar broedde, is niet alleen even ingenieus gecomponeerd als de andere verhalen, maar deed ook heel wat stof opwaaien in Groot-Brittannië. Het gaat over een vrouw (once more Mantels alter ego?) die ongewild (en een beetje als in een goedkope klucht) in plaats van de klusjesman een sniper binnenlaat in haar huis. Eerst vermoedt ze dat het een fotograaf is.

‘Hoeveel zit er voor u in, als u haar goed te pakken krijgt?’

‘Onvoorwaardelijk levenslang’, zij hij.

Ik lachte. ‘Het is toch geen misdaad.’

‘Zo denk ik er ook over.’

Als ze beseft dat dit koelbloedig IRA-lid vanop haar balkon Margaret Thatcher zal neerschieten, verzet ze zich niet. Integendeel, ze doet er een schepje bovenop:

‘Ze zal nooit een traan laten, dat heeft ze niet in zich. Niet om de moeder in de regen bij een bushalte of om de matroos die wegbrandt in zee. Ze slaapt vier uur per nacht. Ze leeft op de walm van whisky en op het ijzer in het bloed van haar prooi.’

Het fictieve moordverhaal stootte op heel wat verzet van de Tory’s, te meer omdat Mantel zich in interviews regelmatig negatief uitliet over de voormalige Britse premier en het verhaal baseerde op een waargebeurd moment toen zijzelf vanop haar balkon een glimp van Thatcher opving. Hierover zegt ze: ‘If it wasn’t me, if I was someone else, she’d be dead.’ Voor die uitspraken werd Mantel ondervraagd door de politie.

Onterechte twijfel en kritiek!

Volgens haar tegenstanders keurt Mantel met dit kortverhaal de imaginaire moord op Thatcher goed. Dan hebben zij in elk geval de hele bundel niet gelezen. Als je het verhaal in zijn context leest, merk je onmiddellijk dat in alle verhalen het hoofdpersonage stilzwijgend meegaat in de misdaad. Mantel keurt dit niet goed of af maar stelt vast dat we niet altijd even dappere Robin Hoods zijn. Dit pijnlijke besef doet de lezer zijn comfortzone verlaten. Precies wat kunst moet doen. Ons inlevingsvermogen vergroten door burgerlijke conventies en welvoeglijkheid ver achter zich te laten. Denk maar aan het recent verschenen Muidhond dat zich afspeelt in het hoofd van een pedofiel. Of gaan we schrijvers veroordelen voor hun verbeelding?! Dan gaat Bret Easton Ellis zeker de bak in voor de moorden van Patrick Bateman in American Psycho.

Een aanrader dus… ook voor zij die niet zozeer houden van de historische romans (Wolf HallHet boek Henry) waarmee Mantel de laatste jaren scoorde. Korte verhalen die wringen en pijn doen en waarin elk woord en elke zin op de juiste plaats staan.

PS Voor meer kortverhalen