Uitgelezen

Gelezen en goedgekeurd (4)

Is alles wat ik lees dan per definitie goedgekeurd, vroegen jullie?  Maar neen, gij. Uiteraard zijn er ook boeken waarover ik ettelijke ‘gelezen en afgekeurd’ posts zou kunnen vullen. Geen yin zonder yang. Zo heb ik er net nog eentje met een sierlijke boog in een hoek gegooid. Meestal volstaat dat, als slechte recensie. Sommige boeken verdienen meer minachting, gewis, maar ik heb aan mijn vrouw beloofd dat ik geen ongeanimeerde voorwerpen meer ging moonen. Een uitzonderlijk exemplaar – een in gevaarlijke onzin gemarineerd zelfhulpboek door de  m’as-tu-vu van de dag, bijvoorbeeld- wil ik nog wel naar de exorcistenwachtpost brengen, maar dat is eerder een kwestie van burgerplicht. En daar houdt het dan meteen ook op. Tijd verliezen aan een slecht boek is erg, maar tijd verkwanselen met het schrijven van een slechte recensie is nog erger. De onderstaande boeken, daarentegen, zijn de tijd van het lezen én het vermelden meer dan waard.

 

Een lied voor Achilles – Madeline Miller (Orlando)

Van dezelfde schrijfster achter het weergaloze Circe. Ze werkte tien jaar aan Een lied voor Achilles, en dat is te merken. In de Ilias kom je Achilles tegen ergens aan het einde van de oorlog, niet lang voor hij het loodje legt. In Een lied voor Achilles krijgt hij een kindertijd en een jeugd toebedeeld, die Patrocles -want door zijn ogen kijk je- van kortbij mag meemaken. Als zoon van een zeegodin is Achilles een wonderkind en zijn leeftijdsgenoten vechten om bij hem in de gunst te staan. Tegen alle logica in kiest Achilles voor de banneling Patrocles als kameraad, waarna de twee uiteindelijk geliefden worden. En de rest is geschiedenis. Miller trekt alle registers open om Achilles en Patrocles body te geven als volwaardige literaire personages. En dat werkt. De hilarische scene waarin de vleesgeworden pantserdivisie Achilles vermomd als danseres aan zijn tour of duty in Troje probeert te ontkomen -en wordt ontmaskerd door de lepe Odysseus- maakt hem zelfs bijna aaibaar, ondanks zijn goddelijke perfectie. In de Ilias is Thetis -zeegodin en mama van Achilles- bijna een verlegen figuur, maar Miller maakte van haar een kenau die zo oprecht griezelig is dat ik ’s avonds per se onder bed wou kijken of ze er niet zat. (Waarvoor ik eerst alle lades eronder moest uitladen, dus kan je nagaan.) Wanneer de onafwendbare tragedie die de geliefden treft zich ontwikkelt, leef je dankzij Miller mee met twee complete, complexe personages. Homerus leverde de casco, maar Miller maakte het piekfijn af.

Wat we niet vertelden – Lara Prescott (The House of Books)

De schrijfster van Wat we niet vertelden is vernoemd naar het vrouwelijke hoofdpersonage uit Dokter Zjivago. (Tiens, zo kennen we er hier nog eentje.) Toen bleek dat de CIA ervoor zorgde dat Pasternaks meesterwerk in de Soviet-Unie werd uitgegeven, voelde ze zich geroepen om het hele verhaal in een meeslepende roman te gieten. We leren niet alleen Pasternak van dichtbij kennen, maar ook zijn maîtresse Olga, de vrouw waarop Lara gebaseerd is. Olga mocht door haar affiliatie met Pasternak overigens  flink wat jaren doorbrengen in de goelag. Aan de westelijke kant volgen we het reilen en zeilen bij de CIA in volle Koude Oorlog, waar spionnen-annex-typistes Sally en Irina het loopwerk doen om Dokter Zjivago  als literair wapen de Soviet-Unie binnen te smokkelen. Pasternak krijgt er uiteraard grote problemen mee -onder andere in de vorm van de Nobelprijs, die hij moet weigeren- en Pasternaks sores worden algauw Olga’s kopzorgen. Fijne roman over een roman, gebaseerd op ware feiten.

Mosquito – Timothy C. Winegard (Thomas Rap)

Na het lezen van Mosquito schaf je geheid veertig paar extra teensletsen aan om ze in het muggenseizoen aan flarden te timmeren op de kleine rotzakken. Vanuit evolutionair standpunt zijn muggen immers extreem succesvol. Hun succesformule -nare ziekten overbrengen bij het zuigen van bloed- brak namelijk al potten bij de dino’s. Dat ze ziekten zoals malaria, gele koorts en knokkelkoorts overbrengen, weten we eigenlijk nog niet zo heel lang. Dat malaria een heel leger kan wegvagen, kan elke veldheer sinds mensheugenis van meespreken. Hannibal strandde in de door muggen vergeven Pontijnse moerassen voor Rome, de muggen die met Columbus meereisden vaagden een heel continent weg, muggen lagen aan de oorsprong van de slavernij én aan de afschaffing ervan, Alexander De Grote, Dzjenghis Khan, Julius Caesar, Thomas Jefferson leden aan malaria… Winegard komt geen voorbeelden te kort om aan te tonen dat de geschiedenis van de mensheid mee werd bepaald door de mug en haar vileine passagiers. Uiterst leesbare, frisse kijk op de wereldgeschiedenis.

 

1000 years of annoying the French – Stephen Clarke (Transworld)

Aangeschaft als guilty pleasure, maar het blijkt een puik geschiedenisboek te zijn. Stephen Clarke -een Brit die in Parijs woont en werkt– neemt op uiterst Britse wijze the piss met alles wat Frans is, te beginnen met de invasie van William de Veroveraar in Hastings. William zou je trouwens meteen van een paar tanden verlossen moest je hem als Frans verslijten, hij was immers een Noorman die Normandië bezette en had met het volk dat zich toen Frans noemde niets te maken. Bijvoorbeeld. Zo neemt Clarke je mee door de hele tumultueuze Frans-Engelse geschiedenis -alle Henry’s en Lowies passeren de revue- en laat geen gelegenheid onbenut om flink wat Franse heilige huisjes tegen het licht van de feiten te houden. (Zonder de Britten was er geen champagne. Dat moet pijn doen.) De opzettelijk lichtvoetige invalshoek zorgt voor flink wat comic relief en maakt de grondige geschiedenisles licht verteerbaar. Ik verheug me al op het met  ‘m’enfin!’ en ‘sans blague!’ doorspekte gesputter wanneer ik het aan mijn Franse pote cadeau doe.

 

PS: meer goedgekeurde boeken? Hierzo.